De huidige bewoners vertelden ons dat er zich, tot de renovatie, boven de voordeur van het woonhuis een gedenksteen bevond met het opschrift: "1774, Bouw meester Conelis de Nood, den eersten steen gelegd, Pieter Ville". Die steen is helaas in 1975 met het bouwpuin in de oude mestput terechtgekomen. Cornelis de Nood was de timmerman uit Zandijk. Kennelijk was hij een onafhanke lijk man, want het timmerliedengilde in Veere deed zijn beklag bij schout en sche penen over deze "bouwmeester die buiten plaatsen vertimmerde". Pas later werd Cor nelis de Nood lid van het timmermansgilde en gezworene voor de Oostwatering. Het boerderijtje rechts op de afbeelding van de ruïne van Sandenburg kan model staan voor het Walcherse langgeveltype. Het rieten dak met keuveleinde is ter plaatse van de mendeu ren verhoogd, schuur en woonhuis liggen onder één zelfde dak terwijl de stallen voor vee en paard een plekje vinden onder het lessenaar dak. Vermoedelijk was de hofstede op de plaats waar nu Meiwerfligt ook van dit type. 'Ruine van het casteel Zandenburg buiten Vere', teke- ning, gewassen in O.I.-inkt, door J.H. Philipse (eerste kwart 19de eeuw). Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia ïllustrata II, nr. 1139) In de Franse Tijd werd de hele administra tie van de Nederlandse overheid naar Frans voorbeeld opgezet. Onder het bestuur van koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) kwam er in elke provincie een Commissie van Landbouw, in Zeeland de voorloper van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij (ZLM). De burgerlijke stand en het kadaster wer den ook door de Fransen ingevoerd. In de oude kadastrale gegevens van 1832 (gepubliceerd in de Kadastrale Atlas van Veerewordt Jan de Lange als eigenaar van Meiwerf genoemd. Hij kwam in 1812

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 32