Bodediensten Luteijn Het verhaal van een bedrijf uit Koudekerke Eigenhaardstraat te Middelburg op 15 mei 1940, beschreven in de vorige Wete. We sluiten af met het jaarverslag, de notu len van de algemene ledenvergadering van april jl., het verslag van twee bijeen komsten en informatie over de buiten- heemse excursie. Wat het ledenaantal betreft ziet u dat de De noodzaak van het vervoer van goede ren tussen nederzettingen, dorpen en ste den heeft bestaan zodra mensen zich daar vestigden. Daarmee heeft de transporteur van die goederen economisch gezien mis schien wel het op één na oudste beroep ter wereld: de bodedienst. Ook op Koudekerke moeten ze er vanaf het ontstaan van het dorp geweest zijn. Met kruiwagen, met karren, later met paar den en nog later met karren die luchtban den kregen maar die zich nog steeds door middel van één of twee pk voortbewogen. Zo was de situatie hier ongetwijfeld ook aan het begin van de twintigste eeuw. Wagenmakerij Op het huidige Dorpsplein nummer 36 woonde toen al sedert omstreeks 1750 de familie Luteijn. Het pand heet Het Verloren Ambachten die naam verwijst naar de wagenmakerij van Jacobus Luteijn, nako meling van de allereerste wagenmaker die groei er nog steeds in zit. Als nieuwe leden blijft aanmelden en de redactie blijft verblijden met artikelen en verhalen, dan zullen wij in oktober weer van ons laten horen! Leo Hollestelle zich daar ooit vestigde. Jacobus Luteijn (voor de oudere Koudekerkers Ko Nieptan- ge) overleed op 6 september 1960 op 81- jarige leeftijd. Omstreeks 1910 nam Jan Luteijn, zoon van de toenmalige wagenmaker Jannis en broer van de latere wagenmaker Ko Luteijn, de bodedienst op Middelburg van Maarten Verhage (bijnaam Maarten Bode) over en hij werd daarmee de eerste van drie generaties die dit vak op Koudekerke zouden uitoefenen. Dat deed Jan Luteijn niet alleen, want er was ook nog een twee de bodefirma, die van Cijvat. Ellenwagen De bodedienst werd begin twintigste eeuw gereden met een 'ellenwagen', een lange, smalle bak die maar dertig centimeter boven de grond hing, met van voren kleine en van achteren grote wielen. Deze wagen kon alleen langs de achterzijde geladen worden. Het was zwaar en ongezond werk.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 5