Van de redactie v ™Ci Voordat ik ga vertellen waarover u in deze juli-Wete kunt lezen, waarschuw ik u maar eerst even dat het met deze Wete een beetje uit de hand is gelopen. Dit nummer bevat bijna twee keer zoveel illustraties als u van ons gewend bent. Dat zult u vast niet erg vinden; De Wete is er niet alleen om te lezen, maar ook om te bekijken. We beginnen met een artikel van C. van Noppen uit Koudekerke. Hij heeft de ge schiedenis opgetekend van een transport bedrijf uit zijn woonplaats. Het gaat om het bedrijf van de familie Luteijn, een bode dienst. Het vervoer van spullen voor der den is een van de oudste beroepen ter wereld. De drie generaties Luteijn hebben heel wat afgesjouwd en beleefd. Met Peter Blom gaan we een eind terug in de tijd. In de kunstcollectie van de ge meente Veere bevindt zich ook een aantal zegelstempels van de voormalige gemeen ten. Deze werden gebruikt om allerlei documenten, waaronder paspoorten en rijbewijzen, te stempelen. Het door Peter Blom beschreven zegelstempel is bijna zevenhonderd jaar oud en indertijd gebruikt door het gemeentebestuur van Westkapelle. Ook enkele honderden jaren oud is de lig ger van een handmolensteen die vorig jaar is gevonden aan het Oranjeplein in Oost- Souburg. Gerard Uijt de Haag heeft zich over de steen ontfermd, deze schoonge maakt en vervolgens uitgebreid speurwerk verricht om zoveel mogelijk over deze steen te weten te komen. Zijn verslag kunt u lezen. Dit voorjaar verscheen het boek Terugblik ken, honderd jaar zeevaartonderwijs in Vlissingen 1903-2003. A.R. Koppejan, een van de leerlingen aan de De Ruyterschool, doet verslag van zijn schooljaren. Zijn ver haal speelt zich 'slechts' dertig jaar gele den af, maar geeft een leuke impressie van een tijd waarin de zeevaartscholieren met lang haar rondliepen en 'blikken' wer den genoemd. Als laatste in de serie van het Walcherse boerderijenonderzoek schreef redactielid Jopie de Klerk een impressie van de geschiedenis van de boerderij Driewegen aan de Boshoekweg in Serooskerke. Zij heeft hiervoor niet alleen het door de heer A. Maljaars geschreven onderzoeksverslag gebruikt, maar ook beschrijft ze haar indrukken van een bezoek aan de boerde rij en haar bewoners. We konden het niet laten om weer een sfeerverhaaltje van Kees Leeman in deze Wete op te nemen. Deze keer de beschrij ving van een zomeravond in Veere. Het verhaal is zo beeldend dat je, ais je je ogen sluit (uiteraard na lezing), alles nog een keer als een film ziet gebeuren. Mis schien is dat wel de reden dat we bij dit artikel geen illustratie hebben opgenomen. We blijven dan nog even in Veere hangen en spelen met de meisjes enkele spelletjes mee: de derde bijdrage van de heer De Voogd over de Veerse straatspelletjes van zo'n zeventig jaar geleden. Het Vadertje van Frans van den Driest gaat deze keer over hekken en hekpalen van boerderijen. Naar aanleiding van een oude Walcherse uitdrukking laat hij ons zien dat er op Walcheren nog enkele fraaie hekken en hekpalen zijn te vinden. In deze Wete het tweede en derde deel van de Middelburg-Cantate en nog enkeie nieuwe details over componist en dirigent Bram Bosdijk als vervolg op de reactie in de april-Wete. Daarna volgen interessante aanvullende feiten over het bombardement op de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 4