De oude woning (gebouwd in 1790, afgebroken
in 1950) staat rechts afgebeeld en de woning
die in 1912 is gebouwd, links. Op de voorgrond
op het paard Nellie Huibregtse. (Foto eigendom
mevrouw De Visser-Huibregtse, Serooskerke)
inkomsten vormden voor de boerderij. Wel
licht keren in de nabije toekomst de paar
den weer terug onder het prachtige dak
van de schuur; misschien wel op dezelfde
plek waar men in het begin van de negen
tiende eeuw al een tweede paardenstal
inrichtte.
Huis
De oude boerderij (gebouwd dus in 1790)
staat heel duidelijk afgebeeld op een foto
van vóór de Tweede Wereldoorlog. De foto
is genomen vanaf het 'baantje', een weg
getje dat óver of langs het erf van de boer
derij van Huibregtse voerde en dat uit
kwam op de Kleine Putweg. Op de voor
grond zien we Nellie Huibregtse. Ze zit op
een reusachtig paard en kijkt een beetje
onderzoekend naar de fotograaf. Onder het
hoofd van het paard door zien we het oude
huis met die immense schuur. Het 'baantje'
bestaat nog; het is een doodlopend weg
getje geworden naar de boerderij die ooit
aan de Huibregtses toebehoorde.
De oostzijde van de schuur is gelukkig ook
overeind blijven staan, mede dankzij de
stenen die vrijkwamen toen men het oude
huis in 1950 afbrak. In de woonkamer van
de 'nieuwe' boerderij, die dus in 1912 aan
de westzijde van de schuur gebouwd is,
hangt nu een luchtfoto uit 1951: en kijk...
op de plek van het oude woonhuis heeft
men dan al weer gewassen ingezaaid.
Bijna niets herinnert op deze foto aan het
huis dat honderdzestig jaar lang aan zo
veel mensen onderdak had verschaft.
Alleen midden tussen al dat donkere zaai
goed zie je een vierkante, lichtere plek.
Daar was ooit de kelder van het oude huis.
Zo stond 32 jaar lang de schuur tussen
twee woonhuizen in, die in die tijd
bewoond werden door de Melisses, de
Geldofs en de Van de Puttes.
Afgezien van de grote zonnige woonkamer
(vroeger bevonden zich daar twee wat
sombere vochtige kamers met bedsteden),
is de bouwstijl van het 'nieuwe' huis goed
bewaard gebleven. Er is bijvoorbeeld nog
te zien dat men van het personeel behalve
grote ijver ook enige lenigheid verwachtte: