Vadertje 29 De schuurstraete doe De schuurstraete was een geplaveid plaatsje in de buitenlucht bij de woning, waar het melkgerei (emmers, teilen, melk zeef en ontromer) werd schoongemaakt (geschuurd). Het was het domein van de vrouwen. Melksters werkten bijna volgens een draai boek, want het melken en alles eromheen, waaronder ook de schuurstraete doe, moest in een bepaalde volgorde worden gedaan. 's Morgens om ongeveer half zes werden de koeien gemolken door een of meer melksters. Het lag er maar net aan hoeveel koeien er gemolken moesten worden. Na het melken kregen de jongste kalfjes een deel van de verse koeienmelk. Daarna ging de melkster - het was dan ongeveer zeven uur in de morgen - eten. Vervolgens werd het restant van de verse melk ont- roomd. De ontroomde melk, ook wel ondermelk genoemd, was voor de oudere kalvers bestemd en de room verdween in de kelder om er later boter van te karnen. Meestal werd er drie keer in de week gekarnd. Nadat de ondermelk aan de kalvers was gevoerd, moest het melkgerei worden schoongemaakt. Dit werd de schuurstraete doe genoemd. Voor het schoonmaken werd water uit de stêênpit (opgemetselde welput) gebruikt. Dat werd op een fornuis in het stookkot verwarmd en er werd soda aan toegevoegd. Het melkgerei werd dan op de têêltuun (hekwerk, rek) te drogen gelegd. Tegen de avond, omstreeks half zes, werd er voor de tweede keer gemolken en begon het ritueel weer van voren af aan. Met dit verschil dat er nu bij het schoon maken geen warm water en soda aan te pas kwam. Deze keer werd het melkgerei alleen met koud water schoongespoeld. Soms werd een koe drie keer per dag gemolken. Een koe die behalve 's morgens en 's avonds, ook 's middags werd gemol ken, werd een 'middagkoe' genoemd. Dat is een koe die pas heeft gekalfd. De mid dagkoe werd om ongeveer elf uur 's mor gens voor de tweede keer gemolken en 's avonds voor de derde keer. De derde keer was dan pas tegen acht uur 's avonds. Er wordt beweerd dat de melk van een mid dagkoe de beste melk is. Het kon dus voorkomen dat een melkster vier keer per dag moest melken en de boel moest schoonmaken. Ook na het melken van de middagkoe werd het melkgerei schoongespoeld met koud water. Niet iedereen vond de schuurstraete doe een plezierig werkje. Zeker in de winter was het schoonspoelen met koud water een akelige bezigheid. In 1940 kwam er voor melkveehouders een verbod op het karnen en na 1945 was er voor de bereiding van boerenboter vrij wel geen belangstelling meer. Alle melk ging nu naar de melkfabriek en de schuur straete verdween van het erf. Frans van den Driest Geraadpleegd: - 'Encyclopedie van Zeeland', deel 3,1984. Foto op pagina 28: "De schuurstraete doe". Afbeelding uit 'Middelburg, de parel der Nederlanden' (ca. 1930).

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 31