Hier volgt de tekst van het eerste deel van
de Middelburg-Cantate, getiteld 'Donder
dag Marktdag'. De tekst geeft een speels
beeld van het vooroorlogse Middelburg en
in het bijzonder van het wekelijkse hoogte
punt, de markt op de donderdag. Het twee
de deel gaat over de toeristen die de stad
bezoeken en het derde deel behandelt de
markt in de namiddag. De liedjes en tek
sten van deze twee delen komen in de vol
gende Wete aan bod.
Donderdag Marktdag
Eerste deel: de ochtend
Middelburg
[zang] Diep verscholen in de bomen van
het eeuwenoud plantsoen
Ligt de oude stad te dromen als een parel
in het groen.
Adem van vergane glorie, waart er door
haar straten heen;
In de stilte van het heden leeft de heug'nis
aan 't verleên.
Langs de staat'ge huizenrijen glijdt het
milde ochtendlicht,
Dat op d'oude, rode daken wonder kleu
renspel verricht.
Hoogverheven, droomverloren, steekt de
ranke torenspits
En het haantje van de toren glimmert in
een zonneflits.
[tekst] O, het wonder van de prille ochtend,
als de eerste zonnestralen met roze lippen
de toppen der bomen beroeren
En het zonnegoud de edele contouren der
oudheid verguldt.
Ja, mooi is de ochtend, dat is waar!
Doch - de dag is daar en zal de serene
stilte gaan
verbreken met zijn rusteloos geklop en
gehamer!
Komt, voortrekkers van de arbeid, te wapen!
Tenten bouwen
's Morgens vroeg voor dag en dauw
Zijn we op de been.
Met de wagens, gauw, heel gauw
Naar het marktplein heen.
Schragen dragen, latten sjouwen,
Planken leggen, tenten bouwen,
Stoelen halen, touwen trekken,
Tafels zetten, zeilen strekken,
Alle tenten naast elkaar.
Komt maar, kooplui, wij zijn klaar,
Helemaal, hélemaal klaar.
Morgens vroeg voor dag en dauw
Stappen w'in de trein;
Want we moeten al heel gauw
Bij de kramen zijn.
Pakken sjouwen, etaleren
Hoedjes, mantels, wollen kleren,
Bonte kragen, leren tassen,
Tafelkleedjes, zijden dassen,
Alles netjes naast elkaar,
Komt maar, mensen, wij zijn klaar,
Helemaal, hélemaal klaar.
Donderdag - Marktdag!
Sneller klopt het hart der oude stad, die
als een magneet de
welvaart uit Walcherens dreven tot zich trekt.
Nu tuigt men het paard en in snellen draf
ratelen de
wagens langs beboomde dreven stadwaarts.
Jantje naar Stad
[zang] Trip-trap trip-trap op de straete
loopt het brune pèrdje
Wip-wap wip-wap op de maete
Wupt het korte stèrtje