man bij het instuderen van alle soorten liedjes, liederen, cantates, declamaties en teksten. Ze werden ten gehore gebracht door (meest jeugdige) leden van de volks zangschool 'Uit het volk - Voor het volk'. Deze vereniging was altijd betrokken bij belangrijke gebeurtenissen en feestelijke vieringen. Elk jaar werd er een uitvoering gegeven in de Concert- en Gehoorzaal aan de Singelstraat in Middelburg. De heer Minet heeft daar als jongetje een paar keer solo gezonden met liedjes als "Ik ben een kwajongen..." en "Die nare sommen, wat verdriet..." Mevrouw Braat vermoedt dat de cantate werd opgevoerd ter gelegenheid van het veertigjarig regeringsjubileum van koningin Wiihelmina in september 1938. De uitvoe ring vond plaats in de Concert- en Gehoor zaal. Als een van de jongsten (8 jaar) zat zij vooraan op een van de banken, gekleed in zomerjurk. Ze droeg een strik in het haar en lakschoentjes. De ouderen, onder wie haar tante, stonden meer naar achter. De heer Minet heeft ook met de cantate meegedaan. Hij weet niet exact wanneer die werd opgevoerd. Het zou ook 1937 kunnen zijn geweest. In ieder geval staat de uitvoering van de cantate niet vermeld op het programma van festiviteiten ter gelegenheid van het regeringsjubileum van koningin Wiihelmina op 6 en 7 september 1938 en ook niet op het huwelijksfeest van prinses Juliana en prins Bernhard op 7 januari 1937. Wel wordt in de notulen van de vergaderingen van het bestuur van de vereniging 'Uit het volk - Voor het volk' in 1937 melding gemaakt van het feit dat Bosdijk met twee cantates bezig was. Zowel mevrouw Braat als de heer Minet herinneren zich nog de melodie van som mige liedjes. Mevrouw Braat had een positieve indruk van het echtpaar Bosdijk. De heer Bosdijk dirigeerde en zijn vrouw begeleidde op de piano. Zij ging vooraf de rijen langs en deelde complimentjes uit over de kleding van de kinderen. Het waren aardige, welle vende mensen. Er traden ook solisten op. Mevrouw Braat Bram Bosdijk was behalve onderwijzer en com ponist ook een enthousiast kunstschilder. (Coll. I. Keim) noemt de namen van Frits van der Kraats, Thea Moens en Jo met haar broer Rinus Minnaar. Zij vertelt tot slot nog dat er tijdens de uitvoering een foto van het koor is gemaakt, maar deze is zij helaas tijdens de inundatie van Walcheren kwijtgeraakt. Hierbij dan ook een vraag aan de lezers van De Wete: wie heeft deze foto nog?

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 33