begin november 1944 bemerkten we tot
onze verbazing dat er buitenlandse men
sen in onze schuur waren. Op de hooizol
der hadden ze een schuilplaats van stro
gemaakt. Wij konden hen niet verstaan. Ze
hadden een glazen dakpan in het dak
gemaakt om een klein beetje licht in de
'hut' te krijgen. Die dakpan zit nog altijd in
het dak! In het varkenshok hadden ze een
klein fornuisje (een duveltje) en daar kook
ten ze wel eens op." Zoals de heer Tuyn-
man in zijn artikel vermeldde, werd O'Con-
nell van de boerderij van Tange naar
elders overgebracht.
Voor de heer G. Spijkerboer uit Den Haag
was het artikel in De Wete de tweede keer
dat Brian uit de lucht kwam vallen. Volgens
hem waren er op 23 oktober 1944 geen
Duitsers meer in Ritthem. Het is inderdaad
mogelijk dat de ooggetuigen zich hebben
vergist en dat de Duitsers op 7 oktober
tijdens het bombardement op de zeedijk
met een mitrailleur op de vliegtuigen heb
ben geschoten, en niet op 23 oktober.
Volgens de rapporten van de R.A.F. was
de aanval van de 112 Lancasters, beho
rende tot zeven R.A.F.-squadrons, gericht
tegen de geschutsopstellingen ten oosten
van de Vlissingse buitenhaven en niet op
de sluizen. Het vernielen daarvan, met als
gevolg ernstige stagnatie in de elektrici
teitsvoorziening, was inderdaad een ver
gissing.
De Schotse troepen vertrokken op 4
november 1944 tegen het aanbreken van
de dag uit Vlissingen en kwamen inder
daad omstreeks het middaguur bij de ver
nielde brug van Souburg aan. De opmars
richting Middelburg verliep uiterst moei
zaam, vooral als gevolg van de inundatie
van het terrein en de talrijke landmijnen
die de Duitsers hadden gelegd. Alleen de
spoordijk Vlissingen-Souburg bleef de
gehele dag min of meer droog.
De heer Tuynman zal alle reacties op zijn
artikel aan Brian O'Connell doorgeven als
deze weer naar Nederland komt.
Pietjeswagen
De heer A.A. Noest uit Haarlem reageerde
op het 'Vadertje' in De Wete van april j.l.
Hierin ging Frans van den Driest in op het
postwagenverkeer tussen Middelburg en
Vlissingen in de negentiende eeuw. Vol
gens de heer Noest corrigeert Van den
Driest terecht de Encyclopedie van Zee
land die als einde van de pietjeswagen het
jaar 1882 noemt. Er schijnt op dit punt
nogal wat verwarring te bestaan.
De heer Noest schrijft: "De bekende heem
kundige B.J. de Meij zegt in een artikel in
de PZC van 29 april 1954 dat de pietjes
wagen bleef rijden tot 1837, toen een dili
gence werd ingezet. Maar ook dit lijkt me
niet helemaal juist. Door tegenwerking van
de gemeente Vlissingen geschiedde dit
pas later en onderhielden zowel de oude
postwagen (phaëton) als de diligence de
dienst. In de Zeeuwsche Volksalmanak van
1842 lees ik dat het wagenveer tussen
Middelburg en Vlissingen met een op vaste
tijden afrijdende diligence werd onderhou
den. Geleidelijk maakten de oude postwa
gens plaats voor de meer comfortabele
diligence en zijn ze geheel verdwenen. In
1854 werd de diligencedienst vervangen
door die met de omnibus. Dit jaartal stemt
overeen met de Mlddelburgsche Naamwij
zer die vanaf 1854 geen postwagen meer
noemt.
Reizigers die geen gebruik van de omni
bus wensten te maken, konden uiteraard
een rijtuig huren. Mogelijk is de pietjeswa-