Elisabeth Colijn, geboren te Dordrecht op
30 juni 1802, schreef zich in op 31 decem
ber 1824 voor de cursus verloskunde en
op 15 september 1826 slaagde zij. Ze was
tweemaal getrouwd. Haar tweede man
heette Loene en iedereen kende haar als
juffrouw Loene. Ze woonde net buiten de
Veerse poort, later woonde ze in de
Nederstraat, Korte Noordstraat en op de
Dam. Het was een ijverige vrouw, die bij
de doktoren zeer was gezien. Als stads-
vroedvrouw kreeg zij de wijk buiten de
Veerse poort. Behalve dat ze behulpzaam
was bij bevallingen, was ze ook bevoegd
een lavement te zetten bij de armen van
de stad. Aan haar huis hing dan ook een
bordje met het opschrift: 'Stads-vroed-
vrouw en Lavementzetster'.
In die tijd was De Man eens bezig met een
geboortestatistiek. Hij verzocht juffrouw
Loene hem daarbij te helpen. Ze moest
hem een zo groot mogelijk aantal 'blauwe
boekjes' (trouwboekjes) bezorgen. Onder
het mom van: de burgemeester wil ze
inzien, wist ze er honderd los te peuteren.
De Man wilde aan de hand hiervan na
gaan hoeveel vroeggeboorten er in deze
arbeiderswijk voorkwamen. De Man
schrijft: "Ik zag toen met verbazing, dat in
de rangen, waarin zij (juffrouw Loene) hulp
verleende, verreweg de eerste geboorten
vroeggeboorten waren, en dat, in strijd met
hetgeen de leerboeken schrijven, toch
bijna al die kinderen bleven leven! Er
waren er bij van eenige dagen of weken
na het huwelijk geboren en toch had de
dood er geen vat op."
Omstreeks 1870 verhuisde juffrouw Loene
naar Veere waar ze bij een van haar kinde
ren introk. Ze leefde van een pensioen van
tachtig gulden. Op 22 juni 1896 overleed
ze te Veere, bijna 94 jaar oud.
Johanna Adriana van Meten, geboren te
Middelburg op 26 mei 1809, werd voor de
cursus verloskunde ingeschreven in janu
ari 1837. Op 15 april 1842 behaalde ze
haar diploma. Jans van Meeten was sinds
1843 werkzaam als assistent-stadsvroed-
vrouw in Middelburg. Het was een goed
mens, schrijft De Man, ze had altijd
oprecht medelijden met haar patiënten. In
haar tijd was De Man weer eens met een
statistiek bezig. Hij wilde weten hoeveel
misvormde kinderen er de laatste jaren
waren geboren; bijvoorbeeld met een
hazenlip of met te veel armen of benen. Hij
verzocht alle collega's en vroedvrouwen
hem hierbij te helpen. Jans' antwoord was:
"Och dokter, breng me toch niet voor den
rechter. Ik verzeker u, dat ik nooit een kind
heb ongelukkig gemaakt!"
Frans van den Driest
Geraadpleegde boeken:
- J.L. Kool-Blokland, 'De zorg gewogen, zeven
eeuwen Godshuizen in Middelburg', Middel
burg 1990.
-J.C. de Man, 'De Geneeskundige School te
Middelburg', deel I, Middelburg 1902 en deel
II, Middelburg 1904.
- D. Schoute, 'De levensloop van een zieken
huis. Geschiedenis van het Gasthuis te Middel
burg', Middelburg 1916.
- Encyclopedie van Zeeland, deel I, Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen, 1982, lemma
Geneeskunde (algemeen).