Nog meer Walcheren 1809
Een reactie
genoemd naar de predikant en auteur van
de Walcherse Arkadia, M. Gargon (1661-
1728). Overigens kent Sint Laurens een
De Meylaan. Hoewei de voorbijganger die
kennis wordt onthouden, blijkt deze ver
noemd te zijn naar de theoloog Johannes
de Mey (1617-1678).
In een PZC-artikel kon ik op 3 juni 1997 al
wel melding maken van het bestaan van
de bewuste straatnaam in Serooskerke.
Maar "zolang de toelichting op het bordje
nog ontbreekt, is het een hommage aan
zowel die ene als die andere meester De
Meij." Met 'die andere meester' doelde ik
op H.G.J. de Meij, die in 1971 mede aan
de wieg van onze Kring stond. Nog altijd
betreur ik het oprecht dat hij, Henk de
Meij, dit eerbetoon aan zijn vader niet
meer heeft mogen meemaken. Hij overleed
in 1996.
A.P. de Klerk
(foto Leo Hollestelle)
Met veel belangstelling las ik het artikel
'Walcheren 1809, een medische catastrofe'
van de Engelse auteur Martin R. Howard
in De Wete van juli j.l.
Het boek van de in dit artikel genoemde
Engelse assistent-chirurg George Har-
grove, die de expeditie meemaakte, kwam
vorig jaar in mijn bezit. Hargrove liet het
boek pas na de parlementaire enquête,
toen de gemoederen in Engeland wat tot
rust waren gekomen, in 1812 in Dublin uit
geven. Het was een soort apologie (weer
spraak) op al de aantijgingen en politieke
achterklap die het leger en vooral het
medische apparaat hadden moeten onder
gaan. Er was naar zijn mening in Engeland
veel te hard geoordeeld en hij trachtte dit
in zijn boek deels te weerleggen.
Hargrove zag zich daarin gesteund door
de brief van 11 september 1809 te Middel
burg geschreven door de Engelse inspec
teur der ziekenhuizen John Webb aan de
bevelhebber der Engelse troepen Lord
Chatham. Daarin werd onder andere
gesteld dat de omvang en de snelheid
waarmee de ziekte zich verspreidde, zich
nooit eerder tijdens een militaire operatie
had voorgedaan ("unexampled in the histo
ry of any military operation"). Met een der
gelijke catastrofe was geen rekening
gehouden. Bovendien was ook een deel
der geneeskundige troepen door de ziekte
uitgeschakeld, zodat men onmogelijk
behoorlijk had kunnen functioneren.
Hargrove's boek zegt veel over Walcheren
en Zuid-Beveland, niet alleen in medisch
opzicht maar ook over de oorlogshandelin
gen en de leefwijze van de eilandbewo
ners. Hij maakte de landing op Zuid-Beve
land mee, verbleef twee weken in het fort
Bath en ging vervolgens naar Vlissingen.
Opmerkelijk was dat de ziekte zich voor
het eerst openbaarde op Zuid-Beveland,
waar niet gevochten is en de Engelsen