Van Vrouwepolder naar Vrouwenpolder Een impressie van een badplaats in opkomst In 1934 kwamen wij vanuit Vlissingen in Vrouwepolder wonen. Een dorp van boe ren, boerenarbeiders en stropers, van Duvekotten en Poldermannen. Vrouwepol der had ongeveer vierhonderd inwoners en er waren vier straten: de Dorpsstraat (nu Dorpsdijk), Steneweg (nu Schoolstraat), Blinde Lou en Lange Weg (nu Fort den Haakweg). Buiten het dorp lagen enkele boerderijen - Elzenoord, Twistvliet, Rus- tenpolder, Molenzicht, Oranjezon, 't Hof Elizabet - en midden in het dorp de boer derij van Janse. Het was een dorp van stoere arbeiders, die schraalhans van heel dichtbij kenden, en daarom ook een dorp van stropers. Twee kerken Het dorp telde twee kerken: de hervormde en de gereformeerde. Mensen van de Gereformeerde Gemeente gingen naar Oostkapelle. Men had ieder een eigen kerk en een eigen God. Door de week was daar niets van te mer ken. Men werkte samen, hielp elkaar met stropen en dronk samen een borrel op de goede afloop. Tijdens de zondagse kerk gang echter kwam men elkaar tegen, maar men groette elkaar niet; met de blik recht vooruit, keek men langs elkaar heen. Iedere kerk had natuurlijk zijn eigen domi nee. Dominee De Bruijne was gerefor meerd en dominee Tjebbes hervormd. Zij staken de koppen bij elkaar. Er moest wat aan de armoede in het dorp worden gedaan. In ons land had men zo langza merhand de vakantie ontdekt en Vrouwe polder kon daar best een graantje van meepikken. 'Kom naar Vrouwepolder,' werd de leus. 'Zee, strand en bos!'. Maar ja, dat bos was bij Oostkapelle. Een van de predikanten zei eens tegen mijn schoonvader: 'Als ze merken dat dat bos zover weg is, slaan ze me nog eens dood.' Gelukkig namen de eerste badgasten het niet zo nauw. Ze namen genoegen met weinig. Schuurtjes en grote kippenhokken werden verhuurd of men verhuurde zijn huisje en ging zelf in het schuurtje bivak keren. Aan het vroon en op de duinen wer den wat zomerhuisjes gebouwd en de eer ste kampeerders verschenen. Vaste jaarlijkse bezoekers waren de 'vrije jeugdkerkkampen' onder leiding van domi nee Van der Laar-Kraft. Hun tentenkamp stond waar nu camping De Zandput is, en hun kerkdiensten hielden ze in de her vormde kerk, na afloop van de dienst van de Hervormde Gemeente. Een pension Er was zowaar al een echt pension, De Kieviet. Eigenaar was Jos But, een kunst schilder. Het was het huis van de meester van de voormalige openbare school (nu verenigingsgebouw). Jos had een goede vriend, dokter Kieviet uit Borssele. Omdat met het maken van schilderijen geen droog brood te verdienen was, had Kieviet Jos aangeraden een pension op Vrouwe polder te beginnen; dat was immers een badplaats in opkomst. Het oude meester- huis stond te koop, dus wat wilde je nog meer. Dokter Kieviet werd geldschieter, vandaar de naam van het pension. Mijn vader, die in de crisistijd van de jaren dertig ontslagen was als bakkersknecht, kreeg de raad van een oom van mijn moe der, Piet Broerse, huisschilder te Seroos- kerke, een bakkerszaak te beginnen in

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 14