1939 toen de Algemene Mobilisatie werd afgekondigd. In de zomer van 1943 ver dween de klok (niet het uurwerk) vanwege de algemene vordering van klokken door de Duitse bezetter. Een sober interieur Zag het stadhuis er aan de buitenzijde indrukwekkend uit, binnenin was dat, althans vóór de oorlog, niet het geval. Men kwam binnen in een hal. Links was een klein vertrek - meer een hokje - met loket, waarin de controleur van de steunverle ning zat en onder andere de kaarten van degenen die werklozensteun hadden, afstempelde. De hal kwam aan de rechter zijde uit op een gang. Links in die gang was de deur naar de burgemeesterskamer en aan het eind was een trapje van enkele treden voor de deur naar de secretarie. Een hekje in de secretarie scheidde het publiek van het secretariepersoneel. In het midden stond een grote tafel met daarop een groen laken. Rechts in de uiterste hoek van de secretarie was een brandkast voor het bewaren van waardepapieren en de legeskas. Daarnaast bevonden zich grote vaste kasten die tot aan de zolder reikten en waarin de registers van de Bur gerlijke Stand, de bevolkingsregisters en het oud-archief waren opgeborgen. Links voor de kasten stond een klein kastje met daarop een lessenaar. Aan de andere zijde van de secretarie, aan de noordzijde, waren eveneens vaste kasten - minder groot - en er was een deur naar de burgemeesterskamer. Voor die kasten stond een kachel en een type tafeltje en tussen de twee ramen aan de oostzijde stond een tafel. Aan de wand van de westgevel hingen twee grote gobelins en daartussen een tekening van een ringrijderij van de uit Westkapelle afkomstige schilder en teke naar Johannes Gabriëlse. Het was door hem aan de gemeente geschonken onder voorwaarde dat het in de raadzaal zou worden opgehangen. Onder de grote tafel lag een vloerkleed met hier en daar een gat en verder tot op de draad versleten. Van binnen was de secretarie in jaren niet geschilderd. De kleur was vaalblauw. Het interieur van de burgemeesterskamer was eveneens sober. Die kamer werd tevens gebruikt als opslagruimte. Op kas ten stonden dozen met bak- en braadvet, bestemd voor werklozen. Met de kachel was het op de secretarie niet altijd goed warm te stoken, vooral als het vroor en er een harde oostenwind op de ramen stond. In december 1938 was dat het geval toen het zeer streng vroor. Op maandagmorgen 19 december was de inkt in de inktpotten bevroren. Er werd door het gemeentebestuur weinig geld voor het interieur van het stadhuis beschikbaar gesteld. Nu zaten de gemeen ten in die jaren in het algemeen slecht bij kas en voor Westkapelle was dat in het bij zonder het geval door de uitgaven voor ondersteuning van werklozen. Na eerst noodlijdend te zijn geweest, was daarna nog een extra bijdrage uit het Rijks Werk- loosheidssubsidiefonds nodig. Leven en werken op de secretarie Na deze beschrijving van het stadhuis en zijn interieur eind jaren dertig, lijkt het me interessant om verder iets te vertellen over het werk en het leven op de secretarie in die tijd. Aan de tafel met het groene laken zaten met het gezicht naar de deur eerst de secretaris J. de Vos, daarnaast aan zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 7