doos van oom met wat Veerse bolletjes
daarin. Voor u edele beminde hopen dat
uedele dezelve met smaak zult gebruiken.'2
Bij het doorlezen van de zeventiende- en
achttiende-eeuwse notulen van de Gaping-
se kerkenraad stuit de lezer op misstan
den als dronkenschap, overspel, ontucht
en vechtpartijen. Werd een lidmaat daarop
van het feit dat de drie vrienden zich 'niet
alleen met drinken en quinkeleren maar
ook zig tot verfoijelijke buijtenspoorigheden
schandelijk begeven hebben.'3 Deson
danks schuiven ze de zondag daarna toch
aan de avondmaalstafel. Als dat de ouder
lingen ter ore komt, wordt het drietal ter
verantwoording geroepen. Cornelisse en
Gezicht in de Dorpsstraat te Gapinge, met
kerktoren. Potloodtekening, gewassen in oost-
indische inkt, door Bulthuis, z.j. (Rijksarchief
in Zeeland, KZGW, Zelandia lllustrata deel II,
nr. 1304)
betrapt, dan volgde uitsluiting van deel
name aan het avondmaal.
We verplaatsen ons naar de Gapingse
herberg op dinsdag 31 mei 1735 waar
Lieven van de Velde, Reijert Cornelisse en
Joos Langebeek zich zitten te bezatten.
De notulen van de kerkenraad spreken
Langebeek betuigen spijt. Maar als Lieven
van de Velde wordt aangesproken, protes
teert hij 'dat er wel waaren die eens dron
ken in herbergen quamen en dat indien hij
om die reden van het avondmaal des hee-
ren moest blijven het hem niet scheelen
konde al bleef hij er tien jaren af; waarop
hij is henen gegaan latende predikant en
ouderling met dit onchristelijk antwoord
vertrekken.'
Naast de vaderlandse helden wordt het
nationale verleden bevolkt door miljoenen
die nooit op een eervolle manier de