De woning stond aan de rand van een
boomgaard, tussen de Eerste en Tweede
Weg in. Zelf woonden we midden in de
boomgaard. Ik herinner me nog dat het
vliegtuig met brandende motor laag over
de boomgaard vloog en direct erachter op
vlak bouwland zijn noodlanding maakte.
Het toestel was een 'tweestaartige' Lock
heed Lightning. Toen de Duitsers hun
belangstelling voor de resten van het vlieg
tuigwrak hadden verloren, heb ik daar als
jongetje wel 'souvenirs' verzameld: open
gebarsten, ontplofte 20 mm-mitrailleurko-
gels, plakken gesmolten aluminium en
andere kleinigheden.
In 1984 kwamen er toch vragen bij me op.
Wie zou die vlieger zijn geweest? Zou hij
nog leven? Zo ja, zou hij het op prijs stel
len die foto's te krijgen?
Luchtvaartarcheologen
Voor mij bleven het aanvankelijk slechts
vragen maar voor andere mensen vormen
dergelijke raadsels een boeiende uitda
ging. Een grote groep 'luchtvaartarcheolo
gen' houdt zich tot op de dag van vandaag
bezig met een tijdrovende hobby. Zij zoe
ken uit welke vliegtuigen waar zijn neerge
komen en wat er met de bemanningen is
gebeurd. Andere vragen zijn of alle stoffe
lijke resten zijn geborgen en of nabestaan
den voldoende zijn geïnformeerd.
Een collega van mij, Co Maarschalker-
weerd uit Purmerend, bleek zo'n hobbyist
te zijn. In het personeelsblad van het
bedrijf waar we beiden werkten, had hij
een oproep voor foto's en informatie
geplaatst. Dat bracht ons bij elkaar en
vormde tevens het begin van een zeer
langdurige operatie 'Opsporing verzocht',
waaraan ook tal van anderen hun mede
werking hebben verleend. Alleen al in de
eerste paar jaar schreef Co Maarschalker-
weerd veertig brieven aan tal van instan
ties in de Verenigde Staten en Engeland.
Hij heeft hiermee geweldig werk gedaan
en de eer komt hem volledig toe!
Voor er met enig succes gezocht kon wor
den, moest eerst worden vastgesteld wan
neer de foto's waren genomen. Ik dacht
aan voorjaar 1943. Dit baseerde ik op het
onkruid in de bermen van de weg en het
ontbreken van zogenaamde Rommel-
asperges in het land waar het toestel zijn
noodlanding maakte.
Informatie
Kolonel A.P. de Jong van de Koninklijke
Luchtmacht hielp ons snel uit de droom:
voorjaar 1943 waren er geen Lockheed
Lightnings actief in West-Europa. Het
moest dus voorjaar 1944 zijn. Daarbij gaf
hij de volgende gegevens door: '25 mei
1944, 08.30 P38J 20 FG 55 FSq. Vlieger
2e Lt. Peter A. Boele. De P38's escorteer
den B17's op een raid naar Brussel en
zochten op de terugweg verkeersdoelen
op, onder andere in Zeeland. Het was hel
der weer. Door zijn squadrongenoten werd
hij het laatst gezien in de buurt van Vlissin-
gen met een motor in brand. De machine
kwam oost van Middelburg neer. Ook bij
Wemeldinge is een P38 van de 20th FG
neergestort, getroffen door Flak.'
Hoewel de gegevens niet geheel juist ble
ken te zijn, leek het er wel op dat 25 mei
1944 de juiste datum moet zijn geweest.
Verder spitwerk, onder andere bij het
Department of the Air Force in de VS,
bracht verslagen van de 20th FG van die
dag boven water. Daaruit bleek dat de drie
squadrons van deze Amerikaanse Fighter
Group, het 55ste, 77ste en 79ste, die dag
eerst tot taak hadden zware bommenwer-