Reactie
kasteel Popkensburg, de bekende foto uit
1860, met ernaast een veel minder beken
de foto van een kamer in het kasteel.
Waarschijnlijk door dezelfde fotograaf
gemaakt, want ook deze dateert uit 1860.
Het is een prachtige foto van vergane glo
rie, met schilderijen van adellijk ogende
lieden op de zwaar 'verkrotte' schouw. Als
ik me niet vergis, zijn de schilderijen zelfs
over het portret van een op de schouw
geschilderde man of vrouw gehangen.
Kortom, een rommeltje. Niet lang nadat de
foto's waren gemaakt, werd het kasteel
verkocht voor de sloop. Ik vraag me af
waar de inboedel is gebleven, maar er is
vast wel iemand die dat weet. Iets voor de
rubriek 'Laat het De Wete weten'.
Een aardige foto naast week 52 van 1998
(jawel, de agenda pikt nog net een stukje
van dat jaar mee, evenals het begin van
2000) betreft de theekoepel op de buiten
plaats Veldzicht in Middelburg. Wie daar
nu rondloopt, ziet dat het terrein van deze
buitenplaats in rap tempo wordt volge
bouwd. Hoe begrijpelijk ook, alweer een
buiten weg, al staat het huis er nog wel.
Het theekoepeltje is er niet meer.
Overigens wordt een buitenplaats in het
Engelse bijschrift country-estate genoemd.
Dat klinkt wel, vind ik. Waar woont u? O,
op een country-estate.
Laat ik hier dan mijn bijdrage mee afslui
ten. Van al die burchten en buitens krijg je
het maar hoog in je bol. Je kunt er wel lek
ker bij wegdromen...
Robbert Jan Swiers
'Zeeland, Burchten en Buitenplaatsen',
uitgave van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen, Middel
burg 1998.
Den Hovdt Clyver is een echte zwerfkei
De heer Ad van Dijk uit Vlissingen reageert
op het artikel van O.W. Boers in De Wete
van oktober vorig jaar over de Vlissingse
gevelsteen die in Amsterdam is beland.
Ad van Dijk schrijft het volgende: 'Op de
antiekbeurs in Het Turfschip in Breda in
april 1973 werd deze fantastische steen
aangeboden door antiquair F. Kleyn, Oud
kerkhof 38 te Utrecht. De vraagprijs was
8.000,-, een prijs die ieder Vlissings
budget te boven ging. De gevelsteen was
afkomstig van een particulier in Zuilen. Er
verscheen een mooie foto in het tijdschrift
Antiek (7de jaargang, no. 9) en daar
moesten we het in Vlissingen mee doen.
Kennelijk is dus Amsterdam met de buit
gaan strijken.
In het boekje La Zélande van Charles de
Coster uit 1873 is een rondwandeling door
Vlissingen beschreven, waarbij de stenen
nog op de oorspronkelijke plaats te zien
zijn. De vertaling in het boekje Zeeland
door de bril van 1873 is als volgt: "Ons
eerste bezoek brachten we aan het Zee
mans Koffij-huis. Men kan het vinden aan
de Zeilmarkt. Dit kleine en nogal lage
gebouwtje lijkt ingekort te zijn tot halver
hoogte. Het is opgetrokken van baksteen
die opnieuw wit gevoegd is. Vier bas-