Nogmaals
het carillon
Voor Peter van Ooijen, Gerrit van der
Heide en Bert van Swigchem was de eer
ste september 1936 een mijlpaal in hun
leven. Ze gingen naar de eerste klas van
het Stedelijk Gymnasium Middelburg. Het
was het begin van een goede schooltijd.
Drie jaar later zaten ze in de vierde klas.
Dat was in de tijd van de dreigend nade
rende Tweede Wereldoorlog.
Tijdens een van de lessen in de winter van
1940 vroeg rector Van Oorde de aandacht
van de vierdeklassers voor een verzoek
van burgemeester Van Walré de Bordes.
Als cultuurmonument moest namelijk het
carillon van de Lange Jan geregistreerd
worden. Waren er leerlingen die wilden
helpen? Sportieve jongelui, goed in Latijn?
Peter, Gerrit en Bert gaven zich op. Hoog
in de toren hebben ze - het moet in febru
ari 1940 zijn geweest - de teksten van de
klokken genoteerd.
Op 17 mei is het carillon in de vlammen
zee ten onder gegaan.
Ruim 55 jaar nadien las drs. P.E. van
Ooijen, emeritus-predikant te Zeist, in De
Wete van oktober 1995 over de weder
waardigheden van de luiklok en het caril
lon. Hij ging direct op zoek en vond al
spoedig het aantekenblaadje met de geno
teerde teksten. Zouden ze daar in Middel
burg nog wat van weten? Na overleg met
prof. dr. C.A. van Swigchem en ir. G.J. van
der Heide, beiden woonachtig in Amster
dam, stuurde hij de teksten naar zijn oude
woonplaats. Er zaten wel enkele foutjes in,
maar voor vierdeklassers van het gymna
sium was het toch ruim voldoende.
Of zouden de klokkengieters uit 1715 niet
zo goed zijn geweest in Latijn? Heel goed
mogelijk, natuurlijk. Heinrich Heine zei het
immers al: 'Wanneer de Romeinen Latijn
hadden moeten leren, zouden ze nooit tijd
hebben gevonden om een imperium te
stichten.
C.G. van Aalst
hcrtZUyna-UloU-
CnjCcöU. OjL
ZouiöLiA. Auunc-
0, LpuUt. ULO .01UUUU tCoJUiMiMC
Ui&njyiM. £Z.htUMA>UUMÜ*li
tfoJJjJL ilu tUfiuMU.
Cu/yi
CaoJMM. /C-»v iAfriSiu iX. 4uaJuUo.
jLCUlAnj LU AiLllVMJUU,
..rtMwVwll..-
O, 'X/TTJIJIHMA. rZUÓ-iü,,
uUn. MiX, &OKJM.
■feftruJjj.
L.
IwHA JIUryUj aUx (y Ai//- (LIAAH^OAAA)
Vertaling (van A. Molendijk en P.E. van Ooijen)
1. Heer, geef dat wij dagelijks onze uren tellen.
2. Heft uw handen op naar het Heiligdom en prijst God.
3. O, brengt God uw dank en de Allerhoogste uw geloften.
4. Hoe zal ik Gode mijn dank vergelden.
5. Psalmzingt God met tamboerijnen en bazuin.
6. Prijst God met klinkende cimbalen.
7. Psalmzingt met de snaren en de harp.
8. Ere zij God in de hoogste hemelen.
9. Prijst God in dit leven.
10. Psalmzingt de Eengeborene.
11. Geprezen zij de Heer, want Hij is de God van ons heil.
12. De naam des Heren zij geloofd.
13. O, hoe lieflijk zijn Uw woningen, o, Heer.
14. Prijst God, onze enige toevlucht.
15. Als de klok slaat, glijdt de tijd des levens voorbij.