Lijnbaan in Vlissingen Geheel links vooraan op de afbeelding is een vrouw bezig om op een spinnewiel(tje) draden te spinnen. Rechts (onder het afdak) staat nog een spinnewiel, met daarachter de palen en dwarsbalken waar de draden langs geleid werden. Op de voorgrond is men bezig de per slede aangevoerde balen hennep naar boven in het pakhuis te takelen. Wat de man links op de voorgrond aan het doen is, is niet duidelijk. Hij slaat zo te zien iets plat op een groot (blok?). Op het uithangbord aan het pakhuis (rechts) staat: "d'Oude Lijnbaan'. Er was dus blijkbaar nog een nieuwe ook, wat ook aardig zou kunnen kloppen, daar er in Vlissingen twee waren. De tekening is van Claas Jan Mulder en geeft een aardig beeld van wat er in een lijnbaan zoal omging. er nog al eens parten verhandeld. Ook in de Franse tijd (1795-1814) zit er nog leven in, al zaten sommige aandeelhouders wel eens in financiële problemen. Daarna wordt het stil wat de transacties in aandelen betreft. Het zal vermoedelijk ook te maken hebben gehad met de algemene malaise die er in die tijd heerste. Vooral in de Franse tijd schijnen er veel bedrij ven het loodje gelegd te hebben. De handel met Engeland en de overzeese gebiedsdelen was praktisch stil komen te liggen. We merken het ook aan de waarde van de aandelen. In 1808 werden er nog schuldbrieven ter waarde van 1 3 portie verhandeld voor 4170 gulden. In 1814 bracht 1/4 portie slechts 700 gulden op. Een veeg teken is ook dat er in 1818 een landbouwer op de lijnbaan woonde. Het was Frans Castel. Volgens een akte van notaris Jacobze werden door hem enige gemeten elzen-hakhout ver kocht, wat ook de grootte van de lijnbaan ongeveer was. Mogelijk zijn de bomen ook voor de lijnbaan gebruikt zoals op de afbeelding te zien is. In de tijd dat Veere nog een bloeiende handels stad was (wolhandel) en ook de scheepvaart floreerde, zal er voor een dergelijk bedrijf voldoende werk geweest zijn. Naarmate de handel begon te kwijnen, zullen ze gaandeweg het loodje hebben moeten leggen. Zeker in een "stadje" als Veere dat ook al vóór de Franse tijd met een teruggaande conjunctuur te maken had. Over de eventuele opheffing van het bedrijf kan ik verder geen mededelingen doen. De laatste touwslager in Zeeland was Augusti- nus van de Velde, die er omstreeks 1970 op 27

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 29