over het algemeen voortreffelijk zijn gereprodu ceerd, en gegevens met betrekking tot een zo- merreisje door onze provincie maken het boek tot een aantrekkelijk geheel. Geen boek zonder fouten en ook deze maal is er, afgezien van enkele typefoutjes, hier en daar wel wat op de tekst af te dingen (zo werd bijvoorbeeld het Middelburgse Molenwater niet "in circa 1550" gegraven, maar tussen 1304 en 1314-blz. 14-). Overigens corrigeert de auteur ook bestaande visies (zie afb. 58 en de bijbehorende tekst). We reizen achtereenvolgens door Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland, Schouwen-Duive- land, Tholen en Staats-Vlaanderen (het huidige Zeeuwsch Vlaanderen). Een andere rondreis is die langs de jongere monumenten in Zeeland aan de hand van "Architectuur en stedebouw in Zeeland 1850- 1945" van de hand van kunsthistorica Berit Sens. Bedreigde architectuur, want het Woold- huis aan de Boulevard Evertsen te Vlissingen -dat in de vorm van een fraaie kleurenfoto het omslag siert- stond nog niet zo lang geleden op de nominatie om gesloopt te worden. Het Bad hotel te Domburg (blz. 71) is na een lange lij densweg inmiddels verdwenen en het Middel burgse Gasthuis (blz. 98) gaat binnenkort tegen de vlakte. Een team van onderzoekers, bijgestaan door een begeleidingscommissie, heeft in de periode 1988-1990 een inventarisatie van de jongere bouwkunst en stedebouw in onze provincie gemaakt. Dit onderzoek vond plaats in het kader van het landelijk Monumenten Inventa risatie Project (MIP). Het boek geeft een selec tie uit het omvangrijke eindresultaat van het onderzoek (meer dan 5300 objecten en com plexen werden in de provinciale inventarisatie opgenomen). Na een bondige inleiding over bodemgesteldheid, grondgebruik, verkeer, ne- derzettingsvormen en steden in ons gewest (blz. 1-50), volgt een keuze uit de inventarisatie (blz. 51 -133). Tenslotte besluiten een lijst van geraad pleegde literatuur en (heel nuttig!) verklaringen van stedebouwkundige, geografische, stijl- en bouwkundige termen, een register van plaats namen en het colofon (blz. 134-144) het geheel. Het boek is met talrijke treffende zwart/wit foto's van de fotograaf Wim Helm geïllustreerd. Het inventarisatiegedeelte opent met Middel burg, dat als vierde monumentenstad van ons land veel beschermde monumenten van vóór 1850 kent. Het valt op dat de onderzoekers hier maar liefst vier gebieden met een bijzondere waarde onderscheiden, te weten: het Stations gebied, het villagebied Molenwater-Noordbol- werk, de Noordweg en de Wederopbouwarchi tectuur. Als je het Middelburgse station uitkomt wordt je meteen geconfronteerd met een schit terend staaltje jongere architectuur (uit ca. 1880- 1900), n.l. de huizen aan de Loskade (zie de afbeeldingen op blz. 2 en 53). "Architectuur en stedebouw in Zeeland" verscheen als achtste deel in een landelijke reeks die gezamenlijk door Waanders Uitgevers teZwolleende Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist wordt uit gegeven. Een aanwinst voor de literatuur over Zeeland dit mooie boek, dat uitnodigt tot het zelf bekijken van de afgebeelde en beschreven monumenten. Oudere èn jongere monumenten zijn van groot belang geweest voor ons leefklimaat. Het is te hopen dat met name de rijksoverheid hier haar verantwoordelijkheid neemt en de enorme bezuinigingen op de monumentenzorg terugdraait Van de monumenten naar een monumentaal schip: bouwnummer 214 van scheepswerf De Schelde te Vlissingen oftewel de "Willem Ruys". De kiel van dit passagiersschip werd in 1939 gelegd. De Tweede Wereldoorlog verhinderde de afbouw, reden waarom het pas in 1946 te water kon worden gelaten. Eind 1947 maakte het schip haar maidentrip (naar Tandjong Priok). Na tien jaar vaart op Indonesië begon de "Willem Ruys" een nieuw leven als cruise schip. In 1965 werd het schip naar Italië ver kocht en omgedoopt in "Achille Lauro". Dit cruiseschip kwam in de jaren tachtig tweemaal negatief in het nieuws: in 1981 woedde een brand aan boord en in 1985 werd het gekaapt door Palestijnse terroristen. Auteur Piet Quite heeft in zijn "Willem Ruys. Verhalen van de 214, het vlaggeschip van de Lloyd"de geschiedenis van de "Willem Ruys", de historie van de (Vlissingse) scheepsbouw en persoonlijke wederwaardigheden met elkaar willen verbinden. Dat is in het korte bestek van dit boek (ruim 70 blz. tekst, vijf uitgebreide fotokaternen -buiten de tekst- en een vijftal bijlagen (blz. 91-122) niet steeds even goed gelukt. Het gevolg is dat een en ander nogal onevenwichtig is geworden en onder een over daad aan informatie ten onder dreigt te gaan. Zo worden we heen en weer geslingerd tussen de ondergang van de "Titanic", vliegtuigbouw \an 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 9