Het blijkt echter dat recente aandachtspunten ook vaak een band met het verleden hebben. Een artikel in een vorige Wete van de heer E. van Wij k over de schilder M ond riaan is voor de Stichting P.R. Land- en Tuinbouw aanleiding geweest om met goedvinden van de auteur een bijdrage op te nemen in hun blad over Mon- driaan's expressie van de Zeeuwse boer. Er zijn bij dat artikel prachtige foto's geplaatst. In dit Mondriaanjaar zullen zowel de schilder als zijn werkomgeving, en daartoe behoort ook ons heem, nationaal en internationaal ruime aandacht krijgen. Wat u ongetwijfeld in deze Wete zal opvallen en wat ook ons frappeerde is het feit dat wij deze keer drie bijdragen ontvingen die te maken hebben met het industriële verleden van Wal cheren. Een onderwerp dat in ons blad niet zo vaak voorkomt. U zult er vast van genieten. Vooral omdat dit soort zaken vroeger vaak op zo'n bijzondere manier in de aandacht werden gebracht. Cultuur en natuur, verleden en heden, u zult het allemaal weer vinden in nieuwe en vaste bijdra gen in deze Wete. We wensen u daarbij veel leesplezier. J. Louwerse Onze eerste bijeenkomst in 1993 had een mili tair karakter. "Vestingwerken" was het onderwerp dat de jeugdige spreekster Hannie Kool met kennis van zaken belichtte, daarbij vermeldend dat zij niet gedetailleerd op de Walcherse verdedigings werken in kon gaan. Toch werd steeds de link met Zeeland gelegd. Zij ging terug tot de Middeleeuwen, toen in Italië de ontwikkeling van vestingwerken tot grote bloei kwam. De ontwikkeling hield gelijke tred met die van de aanvalsstrategie en nog steeds passen aanval en verdediging zich aan elkaar aan. Palissade en ommuring voldoen niet meer als het vuurwapen zijn intrede doet. De ronde muurtoren biedt onvoldoende uitzicht op de vijand. Het meerhoekige bastion doet zijn in trede. De courtines (verbindingsmuren) worden korter, de bastions meer uitgebouwd. Middel burg, Vlissingen en Goes o.a. zijn zo versterkt geweest. Weinig is hiervan overgebleven. De Italiaanse vestingbouwers "bevestigen" in de 2 16e eeuw verschillende Nederlandse steden. Donato Boni di Pellezuoli ontwierp de omwal ling van Vlissingen en Middelburg en die van het Fort Rammekens. De meeste aandacht kregen die steden, die van economisch of strate gisch belang waren. De laatste werden voorzien van een citadel, een dwangburcht binnen een vesting, waar het leger verblijf hield. De in 1571 in Vlissingen gebouwde citadel van Alva is nooit voltooid; op de resten liet Prins Willem het prinsenlogement bouwen. Nederlandse vestingbouwers, door de Italianen beïnvloed, kregen grote bekendheid, velen ves tigden zich ook in het buitenland. Adriaen Anthonisz versterkte heel wat steden, waaronder Woudrichem en Willemstad. De plannen voor Goes werden niet uitgevoerd. Zijn tijdgenoot Simon Stevin was meer theore ticus. Krijgskundige werken van zijn hand zijn bewaard gebleven. De uitvoering van de fortificaties hing ook af van de beschikbare financiële middelen. Zo wor den na de 80-jarige oorlog aarden wallen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 4