taar aanleiding. Het is nu eenmaal niet direct te veranderen, dat onze Nederlandsche scheep vaart voor de helft en onze scheepsbouw voor driekwart op de flesch is; wie dit inziet - de directie van De Schelde hoeft dat niet in te zien want die voelt het eiken dag als zij over haar leege hellingen kijkt - die moet zich er uitermate over verheugen, dat men de bakens naar een gunstiger tij, nl. dat van de luchtscheepvaart- bouw gaat verzetten. Ook de objekten, waarop men bij dit bakens- verzetten zijn aandacht richt, lijken ons goed gekozen. Onze groote verkeersvliegtuigen van Fokker hebben een wereld-reputatie, en men kan het aan Koolhoven - zonder twijfel een knap constructeur - zien hoe zwaar het is, in de schaduw van Fokker tot bloei te komen. De Douglassen moeten hun reputatie nog vor men; vooralsnog staat het Nederlandsche volk, na de verschrikkelijke Uiver-ramp en na het ten zeerste te laken traineeren met de publicatie der rapporten daaromtrent, zeer voorzichtig, zoo niet wantrouwen, tegenover deze vliegtuigen. Het kan zijn, dat zij op den duur zullen blijken niet alleen comfortabel en snel, maar ook ma- noevrabel en veilig te zijn. Indien dat blijkt, dan is er met Douglas en Fokker voorloopig weinig kans op een plaats voor een bloeiende Nederlandsche groote ver keersvliegtuigenindustrie naast deze, dunkt ons. Er is echter nog een ander gebied, en dat ligt vrijwel braak: de sport- en kleine verkeersvlie- gerij. Het staat als een paal boven water, dat over 5-10-15 jaren er, zoo elders als in Neder land, enorme aantallen particuliere vliegma- schientjes en luchttaxies van noode zullen zijn. Zoo goed als men thans per provincie van Ne derland de automobielen bij de duizenden telt, zoo zeker zal in een tamelijk nabij verschiet het aantal particuliere vliegtuigen bij de honderden te tellen zijn. Dat is geen stoute fantasie - dat is nuchter probeeren iets verder te kijken dan de neus lang is. Dat kómt dus. Het is maar de vraag, of men dat tijdstip rustig moet afwachten, of dat men zijn komst bevor deren kan en moet. Particulieren kunnen daarvan niet zoo heel veel doen; de ontwikkeling van nieuwe toestellen kost nu eenmaal veel aan kennis, ervaring, ma terialen, machines. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 23