regelmatiger de plooien, hoe mooier! Dit weet de weduwe P. ook wel. Maar ze is niet jong meer en het is erg vermoeiend werk, dat mutsenplooien. En als je dan van des morgens acht tot des middags twaalf uur geplooid hebt, en er zijn dan één dozijn gereedgekomen, dan valt dat niet mee. Vooral niet, als er dan nog wel eens een klacht komt, dat de plooien niet zóó fijn en regelmatig meer zijn als de kokette draag ster wel mag wenschen Dies klaagde de moeder haren zoon dezen nood. En de zoon, inventief van aanleg, dacht: daar moet wat op te vinden zijn. Hij vond het. Ziehier: onder dagteekening van 16 Februari 1939 heeft de Nederlandsche octrooiraad onder nr. 45341 aan Pieter Jacobus Poppe te Amster dam een octrooi verleend voor een werkwijze en inrichting voor het pliseeren, in het bijzonder van boerinnenmutsen of -kappen. Deze machine, waarvan er thans nog slechts één exemplaar bestaat, is door den uitvinder na velerlei proefnemingen thans vervolmaakt en hij staat op zolder bij zijn moeder hier in Mid delburg. Wij hebben de zaak daar gisteren, door moeder bediend en door den zoon toegelicht, in werking gezien. Het was verbluffend eenvoudig, knap bedacht, en de resultaten waren boven verwachting: keurig! Men weet niet, dat moeder deze machine heeft - zoo vertelde ons de zoon -maar klachten komen er niet meer, integendeel: men staat versteld hoe fraai moeder vouwt. Omdat men niet kan bevroeden, dat dit thans met een machine gebeurt, die letterlijk eenig op de wereld is! Wat is het bijzondere dezer machine? Dit: dat de plisseerrollen, op zichzelf niets nieuws, maxi maal verschuifbaar zijn, zoodat voorkomen wordt, dat de randen van de muts mee-geplooid worden. Want dat mag niet, dan gaat-ie stuk. Als de plooister nu door middel van deze uit roestvrij staal gemaakte plisseerrollen de plooi en in de muts gemaakt heeft, volgt de aardigste kunstbewerking nog: het opstuiken dier plooien. Daartoe wordt de muts onder een dikke glazen plaat gelegd, en veerend ingeklemd. Dan komt er tusschen deze twee glasplaten een schuif aangedraaid, die de plooien opstuikt, zoo netjes en zoo stevig, dat de knapste handwerk ster het niet beter kan. En dit alles in tien maal korteren tijd dan tot dusverre: een veertigtal mutsen op deze wijze in één morgen te bewerken is niet te veel gevergd. Op verzoek van den heer Poppe hebben een Foto: Karei van Veen tweetal bestuursleden van de Vereeniging tot Behoud der Zeeuwsche kleederdrachten de de monstratie bijgewoond en met groote belang stelling kennis genomen van deze door een Zeeuw ten behoeve van de Zeeuwen gedane uitvinding, die het mogelijk maakt dit onderdeel van de Zeeuwsche kleederdracht beter, sneller en fraaier nog dan tot dusverre het geval was, te verzorgen. De machine is ingenieus gevonden; het werk, dat zij aflevert, is keurig en tot tevredenheid stemmende, maar het liefste was toch nog de vlijtig werkzame oude moeder en de zorgzame zoon, die tesamen lieten zien hoe het groeide en tot stand kwam. Tenslotte de materiële zijde van de zaak: zit er wat in? Dat de uitvinder rijk van zijn inventie zal worden, gelooft niemand, hijzelf ook niet. Daarvoor is het afzetgebied te klein. Maar dat er op Walcheren zeker plaats voor enkele dezer machines zou zijn, staat voor ons wel vast. Er zijn nog centra, waar zooveel mutsen gedragen worden - gelukkig! - dat er loonend werk voor deze Zeeuwsche uitvinding kan zijn. 12 mei 1939. De provinciale Zeeuwsche Middel- burgsche Courant. J.H. Midavaine 19

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 21