haal gaat dat een van de soldaten straf opliep omdat hij de neus van Jan kapotgestoten had. De kerk was nu in slechte staat en mede omdat het aantal inwoners van de stad in de loop der tijd bijna gehalveerd was, werd de Pieterskerk daarom buiten gebruik gesteld. Zo kwam 1815. De bevrijding van het Franse juk. En de terugkeer van de Oranjes. Vol hoop keek ieder uit naar de wederkeer van de glorie der vroegere tijden. Daarvan werden de Evert sen het nieuwe symbool. Maar hun graf stond beschadigd in een vervallen, niet meer in ge bruik zijnde kerk. Er ging een verzoek naar koning Willem I om het monument te mogen plaatsen naar de Nieuwe Kerk. Dat gebeurde en op de 18e van de lentemaand 1818 werd de herstelde tombe "ontbloot", waarbij toespraken werden gehouden vol "grote woorden", alles op 's rijks kosten. Maar het bedrag mocht de 1500 gld niet te boven gaan. De meester-steenhouwer W. van Uye heeft het overgebracht en tegen de muur geplaatst waar zich nu de westelijke uitgang bevindt. Tegenover het orgel. De stoffelijke resten werden overgebracht door de chirurgijn Daman. Op zijn verzoek werd hem toegestaan een halswervel en twee voet beentjes als souvenier te kopen. Waar zouden die gebleven zijn! In plaats van de tekst van 1800 kwam er een nieuwe inscriptie, waarin de Engelsen geheel verdwenen zijn en de broeders strijden voor het vaderland: "TER EEUWIGE NAGEDACHTENIS VAN DE ONSTERFELIJKE ZEEHELDEN DE GEBROEDERS JOHAN EN CORNELIS EVERTSEN LUITENANT ADMIRALEN VAN ZEELAND, BEIDEN STRIJDENDE VOOR HET VADERLAND GESNEUVELD IN DEN JARE MDCLXVI" En daaronder staat geschreven dat dit praalgraf, op last der Staten van Zeeland gesticht, uit de St. Pieterskerk herwaarts is overgebracht op bevel des konings, anno 1818. In 1905, bij de restauratie van de westelijke gevel van de kerk plaatste de architect een deur aan die zijde. Daarvoor moest de graftombe wijken, en weer opgebouwd tegen de zuidelijke muur. Op 17 mei 1940 brandde Middelburg, tengevol ge van het bombardement. De Nieuwe Kerk werd vernield. Van het interieur bleef niets heel. PRAALGRAF DElt ZKEITWSOHE I,TTITENANT - ADMIRALEN JAN EN CORNELLS EVERTSEN. Alleen het monument doorstond de laaiende vuurzee. Korte tijd voor de bommen vielen, had de kerkvoogd C.W. Keiler een bekisting van zandzakken laten aanbrengen. Slechts de lin kervoet van Cornelis is gebroken. En, net als de neus van Johan, is die later (duidelijk zichtbaar) hersteld. Tijdens de wederopbouw van de kerk (1942- 1952) is de graftombe nog een keer verplaatst. Van de Nieuwe Kerk naar de Tussenkerk. Ongeveer op de plaats waar in vroeger tijd de oudste kerk moet hebben gestaan. De reden voor die verhuizing was o.a. dat de Nieuwe Kerk ruimte moest bieden aan 950 kerkgangers. En daarvoor moesten de broeders wijken. Zo werd dat hun laatste rustplaats, vanwaar hun tombe het verhaal van hun leven in herinne ring brengt. Een verhaal over de betrekkelijk heid van eeuwige roem en de vergankelijkheid van onsterfelijke helden. C. G. van Aalst Bronvermelding: Redevoering bij de plegtige ontblooting van het herstelde Praalgraf, J. de Kanter. Het praalgraf der gebroeders Evertsen, l.H. Vogel- Wesselsboer. Levensbeschrijving van Johan en Cornelis Evertsen, J.C. de Jonge. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 14