SPECTACULAIRE ONTSNAPPINGEN (II)
De Schelde en de muiterij op de "Bounty".
Wie echter -zoals ondergetekende- gevoelig is
voor de romantiek van de zeevaart, toen schepen
nog echte schepen waren en geen vierkante
rorobakken ("roll on, roll off' schepen) of con-
tainerboten, zal echter door de liefde van de
schrijver voor zijn onderwerp en de vele interes
sante illustraties (zie o.m. het prachtige kleur
omslag!) dit boek met plezier ter hand nemen.
Jan. J.B. Kuipers, Een zomerreis door achttiende-
eeuws Zeeland. Goes. Boekhandel en Uitgeverij De
Koperen Tuin. 1992 49.50). ISBN 90-72138-26-0.
Drs. Berit 1. Sens. Architectuur en stedebouw in
Zeeland 1850-1945, Zwolle/Zeist. Waanders Uitge
vers/Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 1993
(f 30,00). ISBN 90-6630-373-5.
Piet Quite, Willem Ruys. Verhalen van de 214, het
vlaggeschip van de Lloyd. Vlissingen, uitgeverij ADZ,
1992 39,50). ISBN 90-72838-07-6.
Peter Sijnke
7 juni 1804
"Verbaal van inspectie van het 's gravensteen bij
de evasie van Thomas Johnston". Deze man
was een krijgsgevangene van de Franse generaal
Monnet.
Een maand na de ontsnapping van Christiaan
Wursten meldden Constantijn Jan Danckaerts
en Jan Jacobus Loke, raden in het Departe
mentaal Gerechtshof van Zeeland zich weer bij
de cipier van het Gravensteen "tot het nemen
van oculaire inspexie van de braak, welke zoude
zijn gepleegd door een zekeren Johnston".
Ze werden door hem door zijn woonhuis naar
het vertrek geleid waar de ontsnapte gevangene
had gezeten. Onderweg keken ze goed naar de
deuren, om te zien of deze sporen van uitbraak
vertoonden. Ze gingen vervolgens de trap op
naar boven naar de kamer waar Johnston tot
voor kort nog had gezeten. De heren onder
zochten als eerste het slot van de deur. Dat was
opengedraaid. Het grendelslot aan de buiten
kant van de deur zag er geforceerd uit: van de
spijkers waarmee het slot op de deur was vast
gespijkerd was een aantal los en een aantal ont
brak; de grendel zelf was verbogen. Vervolgens
richtten de heren hun blik naar het kozijn van
de deur. Op de plaats waar de grendel het slot
inschuift was met een mes of een ander scherp
voorwerp een driehoekje uitgesneden "in dier
voegen dat gemelde deur door middel van de
ijzere houvast, welke ter plaatse van de klink
aan de binnenzijde is, sterk binnenwaards ge
trokken zijnde, noodwendig moest opengaan".
Verder onderzoek in de kamer leverde niets op.
Danckaerts en Loke probeerden de vluchtweg
van Johnston te volgen. Ze liepen de kamer uit
en via het portaal kwamen zij bij de deur die
naar de zolder leidt. Deze deur was niet op slot.
De heren liepen de trap op naar boven en
kwamen uit op een portaal. Door een klein
vensterraam kwam een weinig licht. Aan het
eind van het portaal was een deur, voorzien van
een zwaar grendelslot, dat open was, zonder
enige sporen van ontzet. Via deze deur kwamen
de heren op een kleine zolder, waar aan het eind
een klein houten raam was, dat alleen gesloten
werd met een haakje. Het raam kwam uit op
binnenplaats van de gevangenis. Onder het
raam was een dakgoot die liep tot de "zware
hooge en dikke muur welke het erf van meer
gemeld gevangenhuis van de nabuurige huizen
afzonderd". De afstand van het zolderraam tot
aan die muur schatte de heren op ongeveer een
meter en de hoogte van de goot tot aan de
bovenkant van de muur op een ongeveer 70
centimeter. De heren achtte het zeer wel moge
lijk dat de ontsnapte soldaat via deze weg zijn
vrijheid had gevonden. Dat hij zeer zorgvuldig
te werk is gegaan was duidelijk; behalve aan de
deur van zijn cel hebben Danckaerts en Loke
geen enkel spoor van "force braak of geweld"
kunnen bespeuren.
De volgende keer een ontsnapping van Pieter
Ricart.
L.M. Holle stelle
8