Middelburg" behoort dit stadsgedeelte al bij de
uitleg van 1254. Tussen 1471 en 1484 vestigden
zich een aantal Cellenbroeders in Middelburg
en bouwden op deze plek een klooster.
De voornaamste taak van de broeders bestond
uit het ter aarde bestellen van overledenen.
Na het beleg van de stad en de overgang in
prinsgezinde handen en de daarop volgende
reformatie kregen alle geestelijken vrije aftocht.
De Cellenbroeders mochten echter blijven op
grond van hun werk voor de gemeenschap. Wel
werd de kapel bestemd als protestantse kerk
waar voortaan diensten werden gehouden voor
de in Middelburg verblijvende Engelsen.
Aan het eind van de 16e eeuw worden in het
voor de broeders overgebleven deel krankzin
nigen (simpelen) verpleegd.
En vanaf 1611 werd het klooster na verbou
wingen geheel voor dit werk ingericht.
Dit duurde tot 1812 (Franse tijd). Daarna werd
in het gebouw achter de kapel een soepkokerij
gevestigd voor armen en in 1846 door gift van
D.J. de Superville verder uitgebreid.
Een gedenksteen in de gevel herinnert hieraan.
Het klooster waar we over spraken werd ge
bouwd om een grote open binnenruimte. Om
het klooster liepen grotendeels straten zoals de
Sint Sebastiaanstraat, de Wijngaardstraat en de
Simpelhuisstraat tot aan de Kerk.
Een en ander is duidelijk te zien op de panora-
makaart van Middelburg door Goliat eind 17e
eeuw getekend. Elierin wordt het huidige Sim-
pelhuiskomplex aangeduid als Engelse Kerk en
een grootgebouw op de hoek van de Wijngaard
straat en de Sint Sebastiaanstraat (tegenover
het huidige arbeidsbureau) als Simpelhuis.
Uit het voorgaande is dus af te leiden dat de
Wijngaardstraat en omgeving tot de oudste
delen van Middelburg behoort. Uit de ligging
en de profielen is op te merken dat hier niet de
"groten" van Middelburg woondden, maar veel
eer de bevolkingsgroep die De Bree in zijn Mid
delburgse romans zo treffend wist te omschrij
ven. De Wijngaardstraat, een onbekende straat
dus, waar het de moeite loont om even bij stil te
staan.
F.A. Broeksma
19