met hem zitten boomen en hij is trotsch op z'n geboorteplaats, wat hem m.i. tot eere strekt. Natuurlijk komt ook hier de ramp van Juli '24 ter sprake. 's Morgens om 'n uur of zeven was 't al vliegend stormweer. Angstig vroeg 'n vrouwtje: „Zouwe ze uut weze, Buijs? Vanochend om vier ure was 't mooi weer. 'k E d'r uut hewist". En om half negen neep de tijding: „de visschers bin uut", de droge kelen dicht en de angstige harten ineen. Daar, om half tien, ratelde de telefoon op 't raadhuis en klonk de droeve mare, dat de A R M 17 vergaan was. En dan zoo 'n vreeselijke bood schap te moeten brengen bij vrouw Siereveld. Nauwelijks zag ze hem, of d'r stem hokte: „Och God, daer ei je Buijs! Is t'r wat?". „Welk noemer ei Siereveld?" - Hij wist het o zoo goed. - „Zeventiene - Is 'n wèg?!". En stel je dan als je kunt de hartverscheurende droefheid van zoo'n stakker voor! Stel je voor den angst, den folterende angst, bij die velen die steeds toeneemt met de meerdere jammerberich- ten! Stel je voor die dringende, stilletjes spre kende menigte in de raadshuisvestibule; die menigte, die smeekt ook om berichten van vader, man, broer of zoo! Die schok, die stilte, die neer prangt, als wèèr opnieuw de telefoonbel rinkinkelt en Zoo zinkt de rouw neer over 't dorpVijf schuitjes vergaan!De visch wordt duur betaald. Zeker een derde van de vensterluiken was als rouw-smart-teeken gesloten. Want opmerkelijk is 't, dat hier zulke uitgebreide familie's wonen. Van Belzen; De Nooijer; De Ridderen Schroe- vers, die kom je tèlkens tegen en: die trouwen ook veel onder elkaar. Wat die trouwerij aan gaat: 't is 'n zeldzaamheid, dat er 'n visschers- jongen trouwt met 'n niet-meerminnetje. 't Komt nog eer voor, dat de laatste haar element ontrouw wordt en liefdesbetrekkingen enzoo- voort aanknoopt met bijv. 'n fabrieksarbeider. Wie van de visschers trouwt, doet het op Zater dag. Ondertrouw ook. En als ze 't zoo konden uitpikken, werden alle jonge Erremuenaertjes op Zaterdag geboren en werden alle dooden op Zaterdag begraven. Verstaat ge dit laatste goed? Begraven, zooals wij allen eenmaal begra ven wenschen te worden - Om de waarheid te zeggen, had ik hier nog heel wat ouwe gebruiken meenen te vinden, maar 't is al net als overal: 't ouwe is weg of gaat weg. De „gekroonde" pijp en 't „gekroonde" glas bij huwelijk: verdwenen! Ja, da's waar: als er een paartje trouwt, dan wordt Vrijdagsnachts het huis van de bruid „gekroond" en dat duurt tot zoowat vijf uur in den morgen, maar het drinken van den borrel bij 't raadhuis na de plechtigheid, doen ze niet meer. Trouwens, het vele drankmisbruik behoort dank zij de duurte van „den jannéver" ook tot het verledene. „Aol nieuwmodesch! - 'n Tun-oed? Gèen èen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 7