1874 was het voorgoed gedaan met de meekrap cultuur in Middelburg en omgeving. Tot slot wil ik nog opmerken dat Franken het historisch bewustzijn van het gemeentebestuur onderschat als hij schrijft dat „de gemeente Middelburg in de nieuwe woonwijk nabij de Dokstraat een straat heeft vernoemd naar de vroegere meestoven op de Nieuwlandsedijk, maar blijkbaar niet gerealiseerd heeft (sic!) dat praktisch op die plaats zelf een meestoof heeft gestaan". De straten in het Maïsbaaigebied zijn nu juist allemaal genoemd naar verdwenen nij verheid ter plaatse, dus ook de meestoof! Peter Sijnke Geraadpleegde bronnen en literatuur - Registers ten Rade, in Gemeente-archief Middel burg. - Verslagen gedaan door Burgemeester en Wet houders aan den Gemeenteraad van Middelburg. 1851-1874. - Boerendonk, M.J., Historische studie over den Zeeuwschen landbouw (Den Haag 1935). - Franken, A.F., Een Middelburgse meestoof met een VOC-verleden, in: Zeeuws Tijdschrift, jrg. 42 (1992), nr. 1. - Kanter Phil. Z., J. de en J. Ab Utrecht Dressel- huis, De provincie Zeeland (Middelburg 1824). - Kesteloo, H.M., De stadsrekeningen van Middel burg 1365-1810 (Middelburg 1881-1902), 9 dln. - Staat, W., Zeeuwse Molens (Middelburg 1991). - Walraven, A. en F.P. Polderdijk, Geschiedenis en plaatsbeschrijving van de gemeente Nieuw- en St. Joosland (Middelburg 1896). - Wijk, E. van, Molens in Middelburg. Geschiede nis der plaatselijke molens in de loop der eeuwen (Alphen aan den Rijn 1985). Zimmer Frei Onder het Windorgel op de Nolledijk te Vlis- singen staat een bunker met jarenlang de raad selachtige boodschap: Zimmer Frei. En als in het voorjaar de witte letters wat zijn vervaagd worden ze steeds weer krachtig aange streken. Men zegt, dat een Vlissingse splinter groepering daarvoor zorg draagt. Dat opschrift is waarschijnlijk pesterig bedoeld, maar wel intrigerend en dat kun je van de mee ste Vlissingse monumenten niet zeggen. Dit voorjaar werd echter Zimmer Frei wegge - schilderd, samen met stalen pantserplaat in de camouflagekleuren van de bunker. In de oorlog werd daar wel veel meer werk van gemaakt. De Duitsers noemden dat "tarnen". Ik zie nog het kleine Vlissingse schildertje Withagen de bun kers beschilderen met deuren, ramen, gordijnen en zelfs planten op de vensterbank. In de hoop dat de geallieerden zo kippig waren de bunkers aan te zien voor landhuizen. In de oorlog werd ook wel eens een tekst op een bunker geschilderd. Het boeiendste vond ik het opschrift op een bunker in de duinen bij Zwa nenburg, vlak achter de versperring met van dat gemene Duitse prikkeldraad. Daar stond met grote letters over de hele voorkant: "Zum dienstfreudigen Gesicht". Dat betekent zoiets als "Heb lol in je leger". Wie kan zich dat nog herinneren? En wat voor boodschap zullen we nu op de bunker onder het Windorgel schilderen? Mis schien weet u wel een boeiend opschrift. Of alleen maar een reklame voor het Atlantik- wall museum in Koudekerke? 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 18