Indeling naar oorlogsjaar In de archiefstukken trof ik verder een overzicht aan, na de bevrijding opgemaakt door de gemeente Vlissingen, waarin o.a. de gesneu velde Duitsers per oorlogsjaar staan vermeld. Dit ziet er als volgt uit: Begraven in: 1940: 58 personen 1941: 56 personen 1942: 78 personen 1943: 129 personen 1944: 297 personen Het verloop van de oorlog is goed te volgen. 1940 En 1941 zijn nog vrij rustige jaren geweest, vanaf 1942 gaan de cijfers oplopen, culminerend in 1944 wanneer de slag om de Schelde wordt gestreden. Tot dusver heb ik mij in algemene zin met de Duitse slachtoffers bezig gehouden. De begraafkaarten kunnen, behalve in statistisch opzicht, ook op een andere manier gebruikt worden: individueler. Ik wil een aantal afzonderlijke gevallen behan delen, alvorens daartoe over te gaan eerst nog een beschrijving van het verloop van een Duitse militaire begrafenis. Ik baseer mij daarbij op een brief van 3 november 1944 vanuit Scheve- ningen door de Marinepfarrer Nieberding ge schreven aan de weduwe van Winand Jan- kowski te Keulen: „Am 13. September ist Ihr Gatte, der Gefreite Winand Jankowski, mit mehreren Kameraden auf dem Ehrenfriedhof Vlissingen mit militarischen Ehren beigesetzt worden. Die Toten waren-die Sarge (doodkis ten) mit der Reichskriegsflagge bedeckt-vor der Friedhofshalle aufgebahrt. Zu Beginn sprach der Pfarrer ein Wort aus der Heiligen Schrift. Dann nahmen Kameraden die Sarge auf ihre Schultern und auf das Kommando des Führers des Ehrenzüges setzte sich der Trauerzug wie folgt in Marsch: Der Ehrenzug, die Kranz- trager, die Sargtrager, der Pfarrer, die Offiziere und das übrige Geleit. Am Grabe sprach zu- nachst der Pfarrer. Nach seiner Ansprache wurden die Sarge versenkt. Darauf wurde die Grabstatte durch den Pfarrer eingesegnet. Dan sprach ein Offizier und legte als ausseres zeichen des Dankes und der Anerkennung Kranze an den Grabern nieder. Zum Schlüsse der Trauerfeier wurde die Ehrensalvo geschos- sen". Einde citaat. U ziet het: tot diep in de oorlog werden de begrafenissen met militaire eer uitgevoerd. Tot de eerste gesneuvelden te Vlissingen be hoorde Obergefreiter Willy Neumann (20) uit Gross Jenkritz in Silezië. Hij werd op 20 Mei 1940 begraven aan het begin van het villapark (ik kan mij dat graf nog herinneren) en op 26 September 1940 overgebracht naar de Noorder begraafplaats. Oorlog is wreed en houdt geen rekening met leeftijd. Een voorbeeld daarvan is Martin Cleve uit Merkstein (bij Aachen), die op 2 September 1941 als 14 jarige Schiffsjunge op zee om het leven kwam samen met de 15 jarige Messjunge Siegfried Woditzer uit Sachsenberg (Waldeck). Evenmin werd rekening gehouden met de leef tijd van de Wachtsmanner, Max Kluge (62) uit Plauen en Paul Hubert Rosenbaum (69) uit Mariadorf (bij Aachen), die beiden te Vlissingen verdronken. Was het de duisternis of dronken schap, waardoor beiden in het water belandden? Het zal altijd wel een raadsel blijven. Ook een verjaardag was voor de dood geen reden om iemand over te slaan. Dat ondervond Matrosen-Hauptgefreiter Erwin Höfer uit Holz- heim (Bayern), geboren op 2 September 1920 die op 2 September 1944 op zee de dood vond. Nog zo'n tragisch voorval is dat van Erich Schi- weck (20) en Hans Kracht (18). Beiden waren afkomstig uit Spandau en sneuvelden gelijktij dig op 16 September 1940 bij een mijnontplof- fing te Westkapelle. Ook vrouwen behoorden tot de slachtoffers: op 10 Juli 1943 vonden te Middelburg de dood: Elisabeth Wiethölder (20), afkomstig uit Ober- hausen en Kathe Ketteler (21) uit Keilen bij Cleve. Beiden deden dienst als Nachrichten- helferin. En dan de burgers, ook die werkten bij de Weermacht en één daarvan, de Zivilange- stellter bij de Luftwaffe Eberhard Tesdorf (51) uit Hamburg werd op 30 Januari 1941 te Vlissin gen begraven. Weer een andere categorie vormden de Ita lianen, die met de Duitsers samenwerkten. Ook onder hen vielen slachtoffers: soldaat Sirio Giani uit Tressano kwam op 9 Juni 1944 bij een mijnontploffing te Zoutelande om het leven, Giuseppe Mazzanti uit Imola stierf op 9 Sep tember 1944 te Vlissingen. Hij diendeals Unter- offizier bij Flak Abteilung 594. Ook ongelukken en ziekten kwamen voor. Op 13 Maart 1942 overleed te Vlissingen aan een maagzweer de Marine-artillerist Martin Gras- 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 14