In 1902 bleek het gebouw al te klein te zijn en
werd besloten om er een lokaal bij te bouwen en
1 juni 1903 werd de volgende leerkracht be
noemd. Het aantal leerlingen bleef ook daarna
groeien en er was regelmatig ruimtegebrek.
In latere jaren komt men in de rapporten van de
inspekteur regelmatig aantekeningen tegen met
betrekking tot zij n onvrede over de beschikbare
ruimten.
Meer leerlingen betekende ook meer leerkrach
ten. Uit de beginjaren kennen we ook nog mees
ter Buyze, Roseboom en de Bruijn en mej. De
Jager voor handwerken. Het is jammer dat het
eerste notulenboek van de school vermist wordt.
Er zou dan ongetwijfeld veel meer schoolge
schiedenis boven water komen.
Zo zal zeker het feit dat vanaf het begin in het
gebouw een portret van dr. A. Kuyper aanwezig
was en niet van Mr. G. Groen van Prinsterer
veel discussiestof hebben opgeleverd. Het werd
in elk geval door een deel van de ouders als
storend ervaren (Afscheiding en Doleantie speel
den daarin mee) en de belofte van meester Ver
sluis om op een ouderavond hierover een toe
lichting te geven deed de tegenstelling tussen
beide partijen vervlakken. Men moest echter
wel wachten tot februari 1927. De notulen van
de kerkeraden, de gemeenteraad en de school-
inspektie leverden mij toch heel wat stof op.
De hulp daarbij van de heer Lobbezoo, direk-
teur van „De Wegwijzer" te Serooskerke, was
erg prettig. Hij heeft me op het goede spoor
gezet.
Bij de fusie van de twee Christelijke Scholen te
Serooskerke in 1974 is genoemde vereniging
opgegaan in de Vereniging voor Protestants
Christelijk Basisonderwijs te Serooskerke (W).
E.J. Wattel-Boone
'Anden van de bank 't vleis is verkocht".
Elke middeleeuwse Zeeuwse stad had wel een
vleeshuis of vleeshal, waar het vlees verkocht
werd. Bijna iedere slager had daar een bank
voor de verkoop. Nu gebeurde het wel, dat een
stuk vlees al verkocht, maar nog niet afgehaald
of weggebracht was. Wanneer nu iemand dat
stuk wilde kopen, was het antwoord van de
vleeshouwer: Handen van de bank het vlees is
verkocht.
Figuurlijk werd deze uitdrukking ook gebruikt
als een jongen toenadering zocht tot een meisje
dat al verkering had. Ze antwoordde dan: „'An
den van de bank 't vleis is verkocht".
't Vleis is wè verkocht mè nog nie geleverd".
De figuurlijke betekenis is, dat ze wel verkering
heeft maar nog niet getrouwd is.
't Is bie Miene net as bie de valduven, die in de
terve valle".
Een „valduve"is een houtduif. Deze bosvogel
foerageert het hele jaar op de akkers. Vooral
percelen land, waarvan de tarwe rijp is, worden
door vele houtduiven bezocht.
Figuurlijk betekent het, dat een meisje, in dit
geval Miene, door vele jongens begeerd wordt.
,,Op oud ies vriest 't degelijk".
Het gebeurt wel eens, dat het na een kortston
dige dooi weer gaat vriezen. Het dooiwater, dat
boven op het ijs ligt, maakt er dan weer een
degelijke ijsvloer van.
Figuurlijk wordt dit ook gezegd van een verke
ring die verbroken is, en naderhand weer her
steld wordt.
„Je mag we utermaete vorzichtig weze meet den
dien. Da 's ter êên, die van Jannetje en Tannetje
'oudt en Sientje en Mientje ook nie mee ruste
kan laete".
Deze waarschuwing kreeg een meisje mee, als
bekend was dat haar minnaar niet aan 1 meisje
genoeg had.
'k 'Ouw ik er nie van om Piet een erm en Pau een
póót te geven".
Ik houd er niet van om met meer dan 1 jongen te
flirten.
9