Bt/££NKOHS~i
Het kwam er dan toch van: onze Kring vierde
haar 20-jarig bestaan.
Op 28 maart was de heer A. Doorenbos, bekend
van het radioprogramma "Onder de groene
linde", bereid dit feest op te luisteren met zijn
verhaal over 4 bekende volksliederen:
"Klein nachtegaaltje", 't Was op een mooie
zomerdag", "Welkom, welkom Vaderland", "Het
lied van de Ruitertjes
Tijdens een middagvoorstelling in De Zandput
te Serooskerke kon een ieder, die van zingen
hield en met deze zeer oude liederen bekend
was, zijn/haar hart ophalen. Naast bandopna
men met verschillende versies van deze liederen,
zong het Westkappels Kwartet hun bewerking
ervan, waarmee de zaal daadwerkelijk instemde.
De heer Doorenbos was voor zijn onderzoek
van het volkslied vaak in Westkapelle geweest,
waar veel gezongen werd (en wordt?). Spreker
ontkende het bestaan van het specifieke Wal-
cherse Volkslied. Bestaande liederen komen in
alle uithoeken van het land voor en 90% is ook
over de grens bekend. De "couleur locale"
kleurde tekst en,/of melodie in.
Een volkslied is een lied dat in een sociale of
geografische groep voortleeft. De melodie dient
oud te zijn en aan de tekst stelt men eisen. Het
lied werd individueel of in groepsverband gezon
gen en had een functie in bepaalde beroepstak-
ken: heiers, grondwerkers, dijkwerkers, veen
arbeiders, wevers, sigarenmakers hadden hun
eigen liederen. Werden ze aanvankelijk monde
ling doorgegeven, vele werden later geregistreerd.
Het Antwerpse Liedboek 1544) bergt een schat
aan teksten.
In ons land meende men dat de 17e-eeuwse de
beste waren, gezien het aantal bundels dat toen
verscheen. Inde 19e eeuw werden door de Maat
schappij tot Nut van het Algemeen boekjes met
vooral beschaafde liedjes uitgegeven, waaruit
tegen het eind van de eeuw een goed deel als
volkslied erkend werd. Bij inventarisatie van dit
lied, doel van "Onder de groene linde", is van
belang te weten:
- waar het lied gezongen wordt,
- door wie gezongen wordt,
- waarin de ene versie verschilt van de andere,
- of die verschillen historisch te verklaren zijn.
Gezongen werd er meestal in de schemering, een
rustpauze waarin men geen werk kon verrich
ten. De komst van het elektrisch licht verdrong
het zingen.
In alle volksliederen komen bepaalde woorden
terug. Het zijn symbolen voor zaken die men
niet letterlijk wil noemen:
"molenaar, scheepjes", zijn sexsymbolen,
"ruitertjes "duiden op het mannelijk deel dat op
plezier uit is,
als er "koele wijn "ter tafel komt, dan wordt de
liefde bedreven.
"Op hoge bergen" heeft betrekking op de eer
baarheid van het meisje (en eindigt meestal in
diepe dalen
De heer Doorenbos verzoch ons dringend het
volgende fragment onder uw aandacht te bren
gen. Hij had het slechts één keer gehoord. Wie
kent dit; hoe is de juiste (of volledige) tekst?
Gaarne uw reactie aan de redactie van De Wete
(Weet u iets over de wijs?).
Er kwam er een eilandse (IJslandse)?) schoener
de Schelde opvaren
En het loodsje dat riep er al heel gezwind,
Zeg kapiteintje jouw schoener, die moet et-
voor de wind.
En de woorden die waren nog niet in zijn mond
of die eilandse schoener die voer aan de grond.
Maar toen waren die Belgen nog niet tevree
en ze namen de voorste kluivers mee.
Falderie ...faldera; hoera, hoera, hoera.
Misschien kan dit lied het predikaat "Walchers"
2