tfl 3öl \A/Afc 'iuxkJ DE WETE WEET HET tf1 3d VA[C LAAT HET DE WETE WETEN porties a f 0,10, totaal 29.312 porties. Voor schoolvoeding werden bereid 2450 porties a f 0,20". Dokter Van Dijk uit Vlissingen stuurde ons de volgende aanvulling op de vraag van de heer Feij m.b.t. de Gaarkeuken. Het is een stukje uit: Handelingen van de Ge meenteraad van Vlissingen, 1942-1945. "De Centrale Keuken werd 18 Juni 1941 in bedrijf gesteld: tot 17 Augustus werd uitsluitend voor de burgerbevolking gewerkt, daarna werd ook de fabrieksvoeding aan de K.M. "De Schelde" geleverd, voorlopig 500 liter warm eten per dag, later in September en October werden mede met den Provincialen Stoomboot- dienst en met de Steenkolenhandelsvereeniging dergelijke overeenkomsten gesloten. Aan de burgerbevolking werden 58.433 porties van f 0,10 en 2751 porties van f 0,22 verstrekt. Aan de K.M. "De Schelde" 87.104 liter, aan den Pro vincialen Stoombootdienst 4715 liter en aan de Steenkolenhandelsvereeniging 2894 liter, totaal 94.713 liter warm eten. Het nadeelige saldo der exploitatierekening voor de burgerbevolking be droeg f 12.958,68 waarvan 25%, dus f 3239,67 voor rekening van de gemeente gebracht wordt. Door bominslag werd 1 Juni 1942 de Centrale Keuken vrijwel geheel vernield. Met de Centrale Keuken in Middelburg werd daarna een overeenkomst getroffen voor het verstrekken van de benoodigde hoeveelheid porties eten, maar reeds op 3 Juni werd door bemiddeling van het Bureau voor de Voedsel voorziening in Oorlogstijd alhier een rijdende keuken gestationneerd, die tot 7 Juli d.a.v. in bedrijf bleef. Op 8 Juli werd de Centrale Keuken overgenomen door de K.M"De Schelde", die daarna ook de bereiding verzorgde voor de benoodigde porties voedsel ten behoeve van de burgerbevolking en de schoolvoeding. Aan de burgerbevolking werden gedurende 1942 door de Centrale Keuken verstrekt: 6 porties a f 0,22, 594 porties a f 0,30 en 28.712 De schrijver van het artikel over Mondriaan en Domburg, de heer E. van Wijk, deed ons de volgende vraag toekomen. In De Wete van januari 1992 heb ik geschreven dat "Het Zeeuws boerenhuisje" de woning was van boswachter Luitwieler. Het was mij met overtuiging verteld. Door anderen werd het niet tegengesproken en door de verbouwing na de oorlog leek het mij niet onlogisch. Het is echter waarschijnlijk niet juist. Oud-bur gemeester F.G. Sprenger van Domburg en de heer A. Luitwieler, zoon van genoemde bos wachter, menen beiden, dat het niet het bos wachtershuis is. Foto's van voor de verbouwing bewijzen dat wel. Maar wat het dan wèl is, weten ook zij niet. Volgens Piet Wisse is het ook niet één van de twee huisjes van Ko Wisse; het is niet het bos wachtershuis van Meijer bij Hoogduin (M.P. Meijer) en het is niet het huis bij Westhove (J. Schoe). Maar wat is het dan wel? Wie kan helpen dit probleem op te lossen? 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 18