"Bloed Bestaat uit ronde bolleties die in een doorschijnend vogt zwemmen. En ieder bolletie is wederom verdeeld in 6 deelen. Gesteld nu, dat de linkerzijde van het hart 2 oneen bloed bevat, en dat elke toeknijping de holligheid geheel ledig maakt, en dierhalven telken reise' 2 oneen bloed in de grote slag ader ingedrongen werd, die daardoor opswellende de polsslag veroor zaakt. Zo kan men daar uit opmaken hoe dikmaals het bloed in het lichaam van den mensch zijnen omloop op eenen dag volbrengt. Indien men verondersteld dat deese polslag den tijd van een secunde van noden heeft, zullen alle uuren 3600 polsslagen geschieden. En daarom 2 maal zo veel, dat is 7200 oneen, welke dan te samen 600 cl. bloeds (a 12 oneen t cl.) zullen maaken, die in een uur het hart passeeren. Nu is het gemeen gevoelen dat een mensch tusschen de 15 tot 24 van deese ponden in zijn lichaam heeft. Maar hier het zeiver op 25 deser ponden nemende, blijkt het dat het gantsche bloed in een uur 24 maaien door het hart zal gaan. Dat is 576 maaien in de 24 uuren". "Joode Kerk Hoogduitse, staande in de Heere straat. Is gestigt door Benjamin en Heijman Levij. En op den 25 meij 1705 door verkogt aan dertien huisgezinnen van de Hoogduitse Joodse Natie om gebruikt te worden tot het pleegen van hun godsdienst. Vide ter registrature deeser stad in t' le register V van transporten, folio 171 verso en recto2. Voor dien tijd hebben de Joden hier geen publijke kerk gehad, maar oeffende hun gods dienst in een particulier vertrek van een huis staande op de Rouaanse Kaaij, over3 het klap perhuisje bij de Belling Brug, dies tijds toebe horende aan Benjamin Dionis Caszerus en Frans de Heere Mr. Cornelis de Jonge als in huwelijk hebbende Mevr. Maria Parker". "Borax De H ollanders alleen bezitten de kunst om ze te zuiveren. Dit geheim, zegt men, wierd hun geleerd door ettelijke Venetiaanse Fami- lien, welke hier te lande kwamen, om er eene vrijheid te zoeken". maand augustus een briev kreeg van Mevrouw M. geboren D.P., dat de zwarte meid van Mevrouw M., die eenige jaren te voren een kind gezogen had, door haar in de tijd van 3 dagen meede tot een complete minne gemaakt was, op deeze wijze: Twee theecopties pitten uit het West Indis kattoen, gebrand als coffij, met water of bier tot een paptie gekookt. En twee maal daags, zodanig een quantiteit ingegeven. Op de tweede dag kwam er reeds zugt in de borsten, dat men het liet uitzuigen. En op den derden dag was het zog zo vol op, als van een jonge kraamvrouw, hetwelk door d'Heer Med. Doctor Tronchijn volmaakt goedgekeurt wierd. Bij die gelegenheid verhaalde Mevrouw M.E. dat, toen zij nog op Curacao was, eene zwartin in de kraam stierf. Dat de moeder van die zwartin, schoon 60 jaar oud en in geen 30 jaar gekraamt hebbende, door het gebruik dier pitten in staat gesteld is om haar kindskind te zoogen, en het zelve ook geheel met de borst opgevoed heeft". "Rhetorika Te Middelburg is dit gilde inge steld anno 1430. De kamer was in de Lange Noord straat, over 't stadhuis. In de rekeningen van 1450 en 1469 heeten zij Sprooksprekers. Hun feest of kermis was op St. Anna Dag. De regeering bewees hun verscheidene maaien gun sten. Hun deken was een Stads Pensionaris. Zij waakten in tijd van nood met 3 schutterijen, en vergaderden ook met dezelve tot inwilliging van beden en andere zaken. Elk der leeden droeg aan een lint een ovaale zilver vergulde penning met het wapen: Bloempje van Jesse en de zinspreuk: Bloejende in Minne. Men vind er nog een overblijfsel van in de Mengeldigten van den Heer Jacob Willemsen, agter den laatsten druk van Sions Zeelbanketten, in een antwoord op 4 vragen, te beantwoorden 1 jannuari 1680, bl. 543 en 557, uitgegeven door den Hoogleeraar Jacobus Willemsen". Anneke van Waarden - Koets "Catoen Boonties Zie hier het nut daarvan. Uit een briev geplaast in de Vaderlandse Letter- Oeffeningen van 1794 no. 1van den volgenden inhoud. Het was in 't Jaar 1760 dat ik in de Noten 1Reise: keer of maal 2) folio 171 verso: de voorkant van bladzijde 171 folio 171 recto: de achterkant van bladzijde 171 3) Over: tegenover. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 15