DE GROTE BRAND IN DE LANGE DELFT
OP ZATERDAG 7 DECEMBER 1929
Gesprekken gevoerd met:
Wim Passenier
Abraham Wisse
Piet Wisse
J. den Besten
Jan Roose
H. Henkels
Domburg
Domburg
Biggekerke
Loenen aan de Vecht
Koudekerke
VGravenhage
Gelezen:
Cor Blok: "Piet Mondriaan" Een catalogus van zijn
werk in Nederlands openbaar bezit. Amsterdam 1974.
Haags Gemeentemuseum: "Piet Mondriaan" Catalogus
tentoonstelling 17/6 - 8/8 1966. Samengesteld door
Robert Welsh. Toronto.
Victorine Hefting: "Jan Toorop, een kennismaking".
Amsterdam 1989.
Herbert Henkels: ,,'t Is alles een grote eenheidBert, Piet
Mondriaan, Albert van den Briel en hun vriendschap".
Haarlem 1988.
Herbert Henkels: "Piet Mondriaan in het Haags Ge
meentemuseum". Den Haag, 1985.
H.L.C. Jaffé: "Piet Mondriaan". Amsterdam 1980.
A.B. Loosjes-Terpstra: "Moderne Kunst in Nederland"
Utrecht 1959.
Charles C.M. de Mooy en Maureen S. Trappeniers:
"Piet Mondriaan een jaar in Brabant 1904 1905".
Zwolle 1989.
Mondriaan, from figuration tot abstraction" 1987.
Schilderkunst in Domburg. Gesprek met C. Maas 14-3-
74 en 5-8-74. Zeeuws Documentatiecentrum Middel
burg.
Coos Versteeg: "Mondriaan een leven in maat en ritme".
's-Gravenhage 1988.
Franscisca van Vloten: "De kunst van het sublimeren.
Mondriaan, van figuratie naar abstractie". In Zeeuws
tijdschrift 1988 (2)
Zeeuwse Encyclopedie - Mondriaan - Tak van Poort
vliet - Toorop.
Ik dank Tine Visser en Jan Roose voor het kritisch
doorlezen van dit artikel.
Deze brand maakte een grote indruk op de
Walcherse bevolking en nog meer op de Mid
delburgse burgerij.
De vooroorlogse jaren kenmerkten zich door
een zekere gezapigheid en toen de mare "De
Lange Delft staat in brand" zich op de zaterdag
avond vlak na Sinterklaas als een lopend
vuurtje verspreidde, spoedden zich velen, ook
uit de omliggende dorpen, naar het centrum.
Het was tegen 5 uur 's avonds dat het winkelen
de publiek zoals gewoonlijk op huis aan ging,
om dan 's avonds na het avondeten te gaan
"kreken", zoals dat in de volksmond heette. De
Lange Delft werd "De Kreek" genoemd en dit
zal wel verband gehouden hebben met het feit,
dat Delft afstamde van duif. De duif of gracht
omringde vroeger het oudste deel van de stad.
Wat was er gebeurd?
Een winkelmeisje van de Franse Bazar zou met
een petroleumlampje op de zolder naar iets
gezocht hebben en per ongeluk het lampje
brandend achtergelaten hebben. Voordat men
beneden in de Bazar iets bemerkt had, stond de
zolderverdieping al in lichterlaaie. De felle zuid
westenwind, die later tot stormkracht zou aan
wakkeren, deed het zijne er aan toe en al spoe
dig sloegen de vlammen uit het dak.
De brandweer bezat in die dagen slechts 2
motorspuiten, 2 handpompen, 3 grote en 5
kleine slangenwagens en een ladderwagen. De
hand-brandspuiten waren echter zeer verou
derd en vertoonden gebreken. En met dit materi
aal moest men in de zeer nauwe straat de brand
te lijf.
Niet lang daarna was de brand al overgeslagen
naar het Grand Hotel Verseput en een kreet van
ontzetting ging door het op de Markt samen
gestroomde publiek. De rode gloed verlichtte de
donkere avondhemel en tekende zich af op de
gezichten van de mensen en de gevel van het
stadhuis.
Van oorsprong was het voorname hotel één der
mooiste patriciërshuizen van de stad. Het was in
1747 gebouwd en de gevel en het interieur waren
een toonbeeld van smaak en weelde voor die
tijd. Vooral de hal en het trappenhuis werden
erg geroemd.
Hulp was nodigen die kwam van alle kanten uit
de omgeving. De Vlissingse brandweer kwam
met 2 motorspuiten, afdelingen van mariniers
en matrozen schoten toe en militairen van de
23