prijzen van de zuivelprodukten waren onder
werp van gesprek.
In één opzicht onderscheidde de "Nieuwejaers-
dunderdag" zich van al de andere op Walcheren
gevierde traditionele feestdagen. De boeren
reden om vier uur weer naar hun hofstee terug
en de volwassen dochters waren verplicht, om
die tijd op 't Plein van Droenkes" present te
zijn, want wachten deed vader niet. Doorgaans
tot hun grote ergernis.
"Waerom noe persé om vier uren?" hadden ze 's
morgens al gemopperd. Maar vader was niet te
vermurwen geweest en had gezegd: "Je 'oore
wat da'k zeie Vier uren en gin minute laeter".
Eenmaal op de wagen en de stad uit, was het
met de pret gedaan. Terug op het hof werd het
zondagse goed dadelijk verwisseld voor de
daagse kleding. Van voortzetting van het feest,
's avonds op het dorp en in de kroeg, zoals op
andere hoogtijdagen, was geen sprake.
De korpulente boerin van "Lammerendale"
steeg met moeite van de veerwagen. De boer
moest er zelf aan te pas komen en haar een
handje helpen.
"Mieters, wat is 't koud! Blie da me wir op 't 'of
bin, Pieter", verklaarde zij, terwijl ze op de kei
straat voor de schuur stapte.
Barendse kninkte instemmend, maar deed er
het zwijgen toe. Ie was nooit "vee van zeien".
Hij reikte haar boter-en eierkorf aan en hield de
plaetstove* in de hand. "Wel is aordig, zö'n
dagje in stad" ratelde zij door, want ze kon nooit
lang haar mond houden. "Mé aol die drukte en
dat leven", hernam ze, "nêê, op den duur toch 't
beste 'ier tuus 'oor in m'n eige kot".
Barendse zweeg, maar was het roerend met haar
eens.
De "Nieuwejaersdunderdag" behoorde weer tot
het verleden.
Vader
Franse broodjes: kadetjes. Ze werden zo genoemd
naar de bakker Bourdrez, die van Franse afkomst
was en in de bakkerij onder de linden woonde, aan de
oostzijde van de Markt te Middelburg. Hij had ze
voor 't eerst op Walcheren ingevoerd.
draoiers: bolussen.
'l Plein van Droenkes: D.J. Dronkers, door de Wal-
cherse landbevolking algemeen "Daan Droenkes"
genoemd, was een gefortuneerd zakenman. In een
groot pand aan de M iddelburgse Vlasmarkt dreef hij
een handel en grossierderij in kruidenierswaren. Ach
ter zijn winkel, die aan het stadhuis grensde, bevond
zich een groot plein met een uitgebreide stalling. Dit
plein was te bereiken door de Helm, het korte straatje
tussen de winkel en het stadhuis. De boeren konden
hun wagen en paard gratis stallen. Ook kregen zij de
gelegenheid er 's middags koffie te drinken, eveneens
gratis. Als tegenprestatie betrok dan de boerin al de
voor een week benodigde kruidenierswaren uit de
winkel van "Daan Droenkes".
plaetstove: was een kleine stoof met afneembare kap,
die bevestigd wasaan een plm. 40 cm lange, met rood
koper beslagen plank. Aan weerszijden van het
stoofje, waarin een gloeiende kool gelegd werd, kon
de boerin haar voeten plaatsen, als zij 's winters met
de veerwagen naar de stad reed.
P.S.: Voor dit verhaal is gebruik gemaakt van
een schets van Jan Vader uit "Neerlands Volks
leven" februari 1965, 15e jaargang, nr. 1.
7