maken door het inzenden van hun bijdragen en artikelen. Het afgelopen lustrumjaar hebben we als redak- tie zelf een aantal leden gevraagd een bijdrage in te zenden. Aanvankelijk leek het erop dat wij er in zouden slagen om een twintigtal verhalen te kunnen publiceren. Het veel voorkomend euvel van tijdgebrek maakte het bij verschillende leden onmogelijk om binnen het jaar 1991 hun toezegging gestand te doen. Wij jammeren daar natuurlijk niet over, maar als redaktie rekenen we er wel op dat er toch binnen niet al te lange tijd een gaatje zal worden gevonden om de bij drage alsnog te schrijven en in te zenden. We hebben beslist geen klagen over kopij, maar hoe meer keus, des te aantrekkelijker wordt voor u en ons De Wete. Ook deze keer was het weer prettig om De Wete samen te stellen. Er was een gevarieerd aanbod en we hopen dat de keuze die we gemaakt hebben u veel leesplezier zal geven. Het artikel van de heer E. van Wijk over de schilder Mondriaan is wel heel aktueel, gezien de publiciteit, die deze schilder in de voorbije maanden op t.v. en in kranten en tijdschriften kreeg. Het artikel, dat in twee delen wordt gepubliceerd, komt met een aantal interessante historische gegevens, waar ongetwijfeld nog wel reakties op zullen volgen. Als redaktie juichen we het toe, dat naast historie ook kunstgeschie denis en natuur en milieu steeds meer aan bod komen. Heemkunde is veelzijdig! J. Louw er se Hoewel een Walcherse kunstenaar dit jaar op onze bijeenkomsten verstek liet gaan, bleek heel wat "kunst" uitgestald in de verzameling Zeeuw se sieraden, door de fa. Minderhoud mee gebracht ter opluistering van de lezing door deze juwelier, gehouden op 23 oktober 1.1. Ook vele toehoorders hadden heel wat onder hun hoede, want het was mogelijk meege brachte sieraden te laten dateren. Zoals een kunstenaar zijn werk signeert, kregen en krijgen ook de sieraden het meesterteken van de maker. Daarenboven worden ze gestempeld door de keurmeester en is het "bouwjaar" aangegeven. Aan de hand van het tentoongestelde werd ver teld hoe het voorwerp zich ontwikkelde: het oorijzer b.v., nodig om de muts op zijn plaats te houden, kreeg als versiering krullen en bepe- relde strikken; facet- en kopspelden zetten mede de muts vast. Sommige versieringen zijn streekgebonden: zeer grote, dubbele krullen en strikken in Arnemui- den; bieëkurven in Domburg en Westkapelle, terwijl die ook op Zuid-Beveland voorkomen. Opvallend daar is dat de fraai gegraveerde stukken naar binnen gekeerd zijn (misschien door een veranderde stand ervan?) Een ander opvallend sieraad zijn de kralen: de "gitten", vervaardigd uit granaat, een half edelsteen dat nu uit Taiwan en Ceylon geïmpor teerd wordt. Meestal gedragen op zon- en feest dagen en wat meer "ingetogen" dan de bloedkora len. De temperatuur van het water waar het koraal gestoken wordt bepaalt de intensiteit van het rood. Bloedkoralen blijven het mooist wanneer ze geregeld gedragen worden. Zoniet, dan ver droogt het vuil van de huid en geeft een witte aanslag (een sopje en eventueel wat slaolie helpt). Op Walcheren in 5 of meer snoeren gedragen, in Tholen en Noord-Beveland ziet men één snoer met tonslot, in Zuid-Beveland draagt men het slot van achter. Prachtig is het Walcherse slot met zijstukken. Behalve plaatselijke verschillen in de sieraden ziet men en er ook de welstand van de drager aan af: aan de grootte van de kralen, het aantal snoeren, de uitvoering van het slot. Verder werd de vrouwendracht gecompleteerd met de bekende beugeltas, tot 1925 gemaakt, met ringen en broches. Ging men op reis, dan 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 4