<r ÖlCl LAAT HET DE WETE WETEN Je leert iets van de technische kant van het vak (gelukkig met een verklarende lijst van uitdruk kingen), van de menselijke kant en van de span ningen die dit vak met zich meebrengt. Het blijven echter verhalen die duidelijk aan ons heem gebonden zijn zoals: Frans Naerebout, een loods, en Loodsdienst gestaakt. Door het gebruik van nogal wat Engelse en Duitse woor den (zeemanstalen) in sommige verhalen is de gang er soms even uit maar kort daarna is het weer volle kracht vooruit. Voor Sjouke Joustra is geen water te diep en met deze bundel laat hij ons iets meer beleven van dat fascinerende schouwspel aan de Vlissingse boulevard. Ik mis ze niet, maar een aantal pakkende foto's hadden het boekje nog meer goed gedaan. Jan Louwerse „Ze moge dan erm weze, mè een kael nist 'oeft nog gin vuul nist te weze De betekenis hiervan is: Ook al is het een arm gezin, daarom hoeft het nog geen slecht gezin te zijn. 'k Bin ik ook mè in de schraelte mee een raope en een pee gróót gebrocht Dit werd gezegd van iemand, die thuis in armoe was opgegroeid. De dagelijkse kost bestond uit raapjes en wortelen. Deze groenten teelde zelfs het armste gezin op hun eigen stukje grond. ,,Die veruze zeker ni 't 'ofje De Leste Stuver". Deze uitdrukking werd gebruikt als een boeren gezin dat financieel aan de grond zat, noodge dwongen moest verhuizen naar een veel klei nere boerderij. Het gezin had bij wijze van spreken van hun laatste stuiver dit hofje kunnen kopen. Tussen Gapinge en Veere lag voor de laatste herverkaveling "de Leste Stuverwegt" en een perceel in de omgeving van deze weg werd "de Leste Stuverweie" genoemd. Misschien heeft hier ook een boerderijtje met de naam "De Leste Stuver" gestaan! „Ze bin di vrêêt vee ingekrompe". Dit werd gezegd van een gezin dat (noodge dwongen) met minder middelen van bestaan genoegen moest nemen. 't Lag di aol knie over elleboge". Het lag daar allemaal schots en scheef. „Ze liepe 'oek over kant deur de weie". Ze liepen lijnrecht door de wei. 'ie Gieng er kop over bol vandeur Hij ging er hals over kop vandoor. F. van den Driest Een familie van Vlissingse komaf is in het bezit van een schilderij, olieverf op linnen, voorstel lende enkele zeilschepen, een roeibootje met opvarenden en aan de rechterzijde een wind molen. Dit schilderij is van de hand van P. Sloover, die het in 1845 vervaardigde. Het schilderij is afkomstig uit bezit van de familie Dubois te Middelburg en zou een schoorsteen stuk geweest zijn, hetgeen gezien de roetsporen aan de onderzijde zeer aannemelijk is. Dankzij het Gemeente-archief van Middelburg weten we inmiddels dat Pieter Sloover, geboor tig uit Goes, op 24 juni 1824 in Middelburg trouwde met Pieternella Duivenée. Hij was van beroep huisschilder en hield zich dus ook bezig met werk van meer kunstzinnige aard. Wie zou iets meer over Pieter Sloover kunnen vertellen? Wie kent nog meer werk van zijn hand of weet of er andere eigenaren zijn die de sluier over dit verleden verder kunnen oplichten? Bij voorbaat dank wanneer U dit aan de Wete laat weten! Redaktie 34

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 36