op. Na het koken gingen ze door de roerzeef, waarbij ik er zorg voor droeg geen pitjes in het sap te krijgen. Deze bevatten n.l. oxaalzuur en saponinen. Beide giftige stoffen. Suiker naar smaak toevoegen, zoals het heet en het sap stond klaar. Het had een merkwaardige, haast niet te omschrijven kleur, zoals je die bij geen enkele bes aantreft. De smaak deed iets denken aan het weeïg zoete van vlier. Ben ik anders nogal royaal met sap over de vla, deze keer beperkte ik me tot een bescheiden juslepel. Toen het lichaam niet protesteerde in de vorm van buikklachten, hoofdpijn, keelpijn en droge slijmvliezen voerde ik de hoeveelheid langzaam op tot 2 volle lepels per bord. Na veertien dagen was het sap op en ik er zonder kleerscheuren afgekomen. Een ervaring rijker. Of dit experiment voldoende is om de bestaande twijfel ten aanzien van de plant weg te nemen geloof ik niet. Wie echter zonder consumptieve neigingen in de aanwezigheid van de karmo zijnbes geïnteresseerd is kan in de duinen zijn hart wel ophalen. Deze levert zowel uit cultuur historisch als uit biologisch oogpunt een bij drage aan de verrijking van ons heem, dat Wal cheren heet. Mochten er tenslotte onder de lezers zijn, die zich afvragen of de woorden uit Jesaja 1:18 "al waren Uw zonden als scharlaken, zij zullen worden als sneeuw; al waren zij zo rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol" be trekking hebben op deze plant moet ik teleur stellen. De kleurstof karmozijn is afkomstig van de Aziatische schildluis, Laccifer lacca, die verkregen wordt uit de gedroogde wijfjes-luizen. Dat men voor 1 kg kleurstof zo'n 140.000 luizen nodig had zal niemand verbazen. Voor wie een milieuvriendelijke kwekerij wil beginnen ligt hier nog een terrein braak. Plant dan maar een karmozijnbes in Uw tuin. Richard Struijk, Oostkapelle Proost! Op de verhuizing! U heeft in de P.Z.C. kunnen lezen dat er voor het eerst na lange tijd in Vlissingen weer Flesse- bier is te krijgen. Het wordt nog wel elders gebrouwen, want het is al lang geleden dat de brouwerij "de Flesch" een van de veertien brou werijen was, die Vlissingen rijk was. Hij werd in 1740 gesticht aan de Korenstraat 6/8. De fraaie natuurstenen ingangspoort is bewaard gebleven, maar is duidelijk ouder, van rond 1660. Deze renaissance poort met gebeeldhouw de stijlen wordt bekroond door de Vlissingse fles. Verder drie cartouches met een vijzel, een moriaanshoofd en met een monogram met de letters M, E en H. Het opschrift: D'M AU TERIE (de Mouterij) verwijst naar de grond stoffen voor de drankbereiding. U heeft dat poortje daar nog nooit gezien? Dat klopt, want dit pronkstuk verhuisde in 1954 van de Korenstraat naar de Breewaterstraat, waar het werd ingemetseld in de zijgevel van het Gast huis aan de Hellebardierstraat uit 1661dat een zelfde poortje bezit. Het Gasthuis werd toen verbouwd tot internaat 12 Het poortje aan de Korenstraat (met oorlogsschade)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 14