/G l\
«W
DE WETE WEET HET
In de vorige Wete stelden twee lezers enkele
vragen. Van verschillende zijden werden reak-
ties ontvangen, die aan de vraagstellers zijn
doorgezonden. Toch vonden wij het van belang
om een deel van de antwoorden in De Wete te
publiceren.
Met betrekking tot de vraag over de naam van
het meisje, die te lezen stond op het briefje, dat
de heer De Bree in het slot van een deur had
gevonden, kwam een reaktie van mevrouw A.L.
Lantsheer-de Bruyn van Melis- en Mariekerke.
Ze schrijft het volgende:
'Het briefje, gevonden in een deur, is geschreven
door Catharina Frederica de Bruyn. Zij is
inderdaad afkomstig uit het geslacht van de
Ambachtsheren van Melis- en Mariekerke.
Mijn genealogie meldt het volgende over haar.
Ze is geboren te Middelburg op 3 december
1783 en overleden te Brussel op 3 oktober 1831.
Ze huwde te Middelburg op 11 oktober 1803
met Mr. Claudius Pieter Gevers, heer van
Crooswijck, geboren te Rotterdam op 5 januari
1770 en overleden te Leiden op 18 februari
1836. Bij Kon. Besluit van 16 september 1815
werd hij in de Nederlandse Adelstand verheven.
Hij was schepen (1816), raad te Gouda, gedepu
teerde van de Staten van Holland en lid van de
Tweede Kamer. Uit dit huwelijk werden vier
zoons, een dochter en nog een zoon geboren.
Zijzelf was het zevende kind uit het tweede
huwelijk van haar vader Mr. Jacobus Johannes
de Bruyn, geboren te Middelburg op 22 juni
1731 (volgens extract der Herv. Kerk Jan de
Bruyn). Hij is overleden te Middelburg op 27
april 1799 en begraven in de Nieuwe Kerk. Hij
huwde in de Domkerk te Utrecht op 11 juni
1750 Cornelia Geertruid Vermehr, geboren te
Yperen op 17 maart 1727. Ze is overleden te
Middelburg op 24 januari 1764 en begraven in
de Nieuwe Kerk aldaar. Hij huwde voor de
tweede keer op 18 juni 1765 te Tholen met
Petronella Dorothea Turcq, geboren te 's-Gra-
vanhage op 27 j uli 1747 en overleden te Middel-
burg op 26 augustus 1791.
Jacobus Johannes de Bruyn was sedert 1793
o.a. Ambachtsheer van Melis- en Mariekerke.
Bij de revolutie van 1795 wordt hij uit al zijn
ambten ontzet.
Uit het eerste huwelijk werden zeven kinderen
geboren, waarvan er vijf jong overleden. Ook
uit het tweede huwelijk werden zeven kinderen
geboren, waarvan er vier jong overleden. Het
laatste kind uit het tweede huwelijk was dus
Catharina Frederica, die het bewuste briefje
schreef. Of zij in het huis te Meliskerke heeft
gewoond, weet ik niet, evenmin wanneer dit
kasteeltje gesloopt werd. Hoewel ik niet op al
uw vragen een antwoord heb kunnen geven,
hoop ik dat ik u toch een beetje op weg heb
kunnen helpen'.
Was getekend: A.L. Lantsheer-de Bruyn van
Melis- en Mariekerke.
Ook op de vraag van dhr. De Roos uit Amster
dam kwamen een aantal reakties. De volledige
tekst van het gedicht over Lydia Boreys vindt u
hieronder weergegeven. Lydia Boreys was de
weduwe van Cornelis Verbrugge. Bij haar over
lijden op 5 augustus 1717 bleek dat zij haar
gehele vermogen bij testament aan het armen-
college had vermaakt op voorwaarde dat bin
nen twee jaar na haar overlijden met de bouw
van een burgerweeshuis zou zijn begonnen. Dit
is gebeurd en haar naam is hierdoor onafschei
delijk met het weeshuis verbonden.
In het boek van mevrouw J.L. Kool-Blokland
"De zorg gewogen, zeven eeuwen Godshuizen
in Middelburg" wordt dit alles uitvoerig beschre
ven.
O lydia Boreis, a naam zal eeuwig duwen
Die d 'ouderloosen dus plaatst binnen dese muuren
Haar naakte leden dekt en 't ligehaam voed door spijs
De ziele sterkte geeft door hemelsch onderwijs
Dankt Middelborger-wees dees vrouw en die u voeden
Jehova's gunst zal u dan eeuwig/ijk behoeden.
Redaktie
8