STRAFKAMP VOOR SPITTERS
TE SOUBURG/KOUDEKERKE, OKTOBER 1944
1809 de kerk bezetten?
De familie Steengracht laat nog steeds een
herinnering in dit dorp na: het graf van 2
nazaten aan de oude Oostkapelse weg. Met een
legaat van 2000,toevertrouwd aan het
kerkbestuur met de verplichting beplanting en
omwalling te onderhouden. Herstel van be
planting en de sloten rondom zou hard nodig
zijn. Het is te betwijfelen of de hervormde
gemeente de kosten hiervan op zich kan nemen.
Van deze plek terugwandelend naar het punt
van uitgang gaven veel wandelaars gehoor aan
de uitnodiging om de timmerfabriek te bezichtigen.
Enkele besloten deze ontspannende avondwandeling
in de alleraardigste 'Afspanning' aan het Dorpsplein
gelegen.
De voorbereidingen voor de bevrijding van
Zeeland in het najaar van 1944 behelsden o.a.
het onder water zetten van Walcheren.
Op 3 oktober 1944 vond het eerste bombardement
van de Walcherse zeeweringen plaats bij West-
kapelle. Enkele dagen later gevolgd door bom
bardementen op de Nolledijk (Vlissingen), Ram-
mekens (Ritthem) en Veere.
Hierdoor kreeg het zeewater na lange tijd weer
greep op het aan de zee ontrukte Walcherse
land. De bedoeling was door het onder water
zetten van het eiland de Duitse verdediging
dusdanig te schaden dat geen weerstand van
betekenis meer kon worden geboden. Dit werd
slechts ten dele bereikt. Wel kwam er bij de
bezettende macht de angst voor het water goed
in.
Militairen zowel als burgers moesten nu naar
hoger gelegen gedeelten op het eiland om een
droog heenkomen te zoeken.
Om de opmars van het water, door de getijden
bewegingen voortgestuwd, enigszins een halt
toe te roepen, werden er plannen gemaakt voor
de aanleg van nooddijken op verschillende
punten op het eiland; met name een grote
nooddijk langs Zoutelande - Meliskerke - Oost-
kapelle. Oproepen van de burgemeesters en de
waarnemend commissaris van Zeeland om in
groten getale de spa en het houweel ter hand te
nemen, vonden bij de bevolking echter vrijwel
geen gehoor. Hierdoor zag de hoogste bestuurlijke
autoriteit in Zeeland, Willy Münzer(Beauftragte
van de Rijkscommissaris), zich genoodzaakt op
5 oktober een order uit te vaardigen waarin alle
mannelijke inwoners van Walcheren boven de
15 jaar werden verplicht aan een 'nooddijk ter
bescherming van het eiland' te gaan werken.
Het ook hier uitblijven van respons resulteerde
in represaillemaatregelen van Duitse zijde. Op 9
oktober werd de bevolking officieel hiervan op
de hoogte gesteld door bekendmakingen.
Het Standgerecht Middelburg meldde: 'De
Nederlander Jacobus Francke gaf geen gevolg
aan het bevel van den vertegenwoordiger van
den Rijkscommissaris aan de bevolking van
5.10.1944, om zich te melden voor werk aan den
nooddijk. Hij werd wegens sabotage tijdens de
uitzonderingstoestand ter dood veroordeeld.
Het vonnis werd voltrokken'.
De waarnemend burgemeester van Middelburg
meldde die dag dat veertig mannen wegens het
niet voldoen aan het bevel van Münzer gearresteerd
waren. Ze waren gevangen gezet in een strafkamp
in Koudekerke in afwachting van hun berechting
door het Stand-gericht.
Wim den Hollander, een 26-jarige Middelburgse
brandweerman, kreeg hier indirect mee te maken.
Zijn broer Jo, werkzaam op het politiebureau
bij de luchtbeschermingsdienst, werd namelijk
opgepakt. Het dagboek, dat Wim die dagen
bijhield, vermeldt:
'7.10.1944. Deze dag was een verschikkelijke
dag, die we wellicht niet gauw zullen vergeten.
Het begon 's morgens al op de Dam met jongens
en mannen oppikken voor aanleg dijken. Ook
Jo was de dupe, werd aangehouden, moest
papieren laten zien. Zijn papier deugde niet
volgens de Duitsers en hij moest mee. Dat was
in de Korte Delft. Ik hoorde er vlug van, fietste
de Lange Delft door en zag hem lopen. Ik moest
3