'k eleze Tijdens de opening van een tentoonstelling t.g.v. het 800-jarig bestaan van de Kapel van Sint Maarten te Hoogelande (zie de vorige 'Wete') werd een boekje gepresenteerd. Een leuk, goed verzorgd boekje, voorzien van een kleuromslag en zwart-wit illustraties, over een oude Walcherse kern, waarvan alleen de kapel ons nog rest. Deze uitgave, onder redaktie van P. Don, W. Hofman en D. Zelders, getiteld 'Hoogelande van kapel tot ruïnevan ruïne tot kapel', omvat 56 blz. en bevat een aantal inte ressante artikelen. Na een loflied op Hoogelande door de schrijfster Cornélie Jacqueline de Waal ('Een schilder achtig plekje op Walcheren') en een korte inleiding door Wim Hofman volgt een bijdrage van de hand van dr. P.A. Henderikx, die reeds eerder in uitgebreidere vorm in 'Walacria', deel 2, verscheen. Onder de titel 'De stichting in 1189 van de kapel van Hoogelande' geeft Henderikx een overzicht van de ontstaansgeschiedenis van kerk en dorp. Hij plaatst een en ander in een breder kader: 'In de periode ca. 1150-1270, de tijd waaruit de meeste parochies in Zeeland dateren, valt de stichting van de kapel te Hooge lande, evenals die van maar liefst 29 andere kapellen en dochterkerken op Walcheren' (pag. 12)H oe de oudste kerk er heeft uitgezien weten we helaas niet. Het huidige kapelletje is een restauratie annex reconstructie van een kerkge bouw uit de 15e eeuw. Bij het artikel van Hen derikx zijn een foto, de Latijnse tekst en de Nederlandse vertaling daarvan van de oorkonde uit 1189 inzake de stichting van de kapel opge nomen. Dit in het Rijksarchief in Zeeland berustende stuk is overigens het oudste origi nele document in onze provincie. Provinciaal Archeoloog drs. R.M. van Heering- en beziet 'Hoogelande vanuit archeologisch perspectief. De oudste bodemvondsten uit de omgeving dateren uit het einde van de 10de of het begin van de 11de eeuw. Uitgebreid oud heidkundig bodemonderzoek ter plekke, bij voorbeeld op de oude begraafplaats, heeft nimmer plaatsgevonden. In zijn bijdrage 'Gemoer in de poel', gaat drs. A.P. de Klerk in op een desastreuze turfwinning in de lage delen van Walcheren. Hoogelande, dat ooit wat hoger moet hebben gelegen, bevindt zich op een merkwaardige plek. Het is de enige oudere nederzetting op Walcheren die niet op een natuurlijke verhoging, een kreekrug, is gebouwd, maar midden in een laag poelgebied. 'Poelgebieden die al laag waren. Moernering die daar nog eens een schepje van bijna een meter vanaf haalde. En kleiwinning die plaatselijk voor een verdubbeling van dat schepje zorgde'. Dat waren de redenen dat tot 1929 (toen het gemaal Boreel bij Middelburg in gebruik werd genomen) grote delen van Walcheren, met name in de omgeving van Hoogelande, 's winters onder water stonden. 'Van kerkdorp tot kerk zonder dorp' is de titel van het volgende artikel, eveneens aan de hand van De Klerk. Hij gaat hierin met name in op de verwoesting van de kapel ten tijde van de Tach tigjarige Oorlog. Het laatste stuk in dit verzamelbundeltje (De ruïne is niet meer') is van de hand van kunsthis toricus drs. P. Don. Hij beschrijft de weg naar restauratie van de kapel in 1964-65, overigens meer een reconstructie dan een restauratie. Niet iedereen was daar destijds mee ingenomen. Zo betreurde de bekende dialectschrijver Jan Vader het verdwijnen van deze laatste ruïne op Walche ren. En hoewel de kapel thans weer een nuttige bestemming heeft en in het landschap pronkt is Peter Don het eigenlijk wel met Jan Vader eens. Hij vindt het jammer dat er nog maar zo weinig ruïnes in ons land -in tegenstelling tot bijvoor beeld Engeland- te vinden zijn: 'Misschien is het omdat de romantische traditie, die juist in Enge land zo sterk aanwezig was, bij ons nooit zo'n hoge vlucht heeft genomen. Misschien ook houdt de Nederlander nu een maal gewoon van opruimen' (pag. 54). P. Don e.a. (eindred.), Hoogelande van kapel tot ruïne van ruïne tot kapel, Hoogelande, Stichting Kapel van Sint Maarten, 1990 (f 15, geen ISBN-nummer. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1990 | | pagina 18