voorstellen.
De Descrizione dei Paesi Bassi van Guicciardini,
uitgegeven te Florence, is zo'n atlas.
De eerste die we te zien kregen was van een
potloodtekening uit 1548 van Anton van Wijn
gaarden, die het vroegste stadsgezicht van Vlis-
singen vervaardigde op een 10 m lange strook
die alle steden en dorpen van Walcheren omvat
en thans te vinden is in het Museum Plantijn in
Antwerpen.
Vlissingen was toen ongeveer even groot als
Veere nu en toen de stad in 1572 de zijde van de
Prins van Oranje koos, werd ze een belangrijke
vesting en vlootbasis voor de Geuzen.
In 1548 was het Keizersbolwerk, genoemd naar
keizer Maximiliaan, gloednieuw. Flet verkeer te
water, dat veel belangrijker was dan dat over de
slechte, modderige wegen, kwam via de Keizer-
spoort de stad binnen. Begin 1300 werd de
nieuwe haven gegraven waarin toen veel vissers
schepen te vinden waren. De welvaart van Vlis
singen was gebaseerd op de haringvangst.
Buiten de Middelburgse Poort, die door een
muur met de Gevangentoren verbonden was,
ziet men dan ook visnetten te drogen hangen en
daar werden ze ook geboet.
De St. Jacobskerk zag er al net zo uit als nu. De
nieuwe, Gotische, spits had de kerk in 1501
gekregen. Op latere prenten ontwaart men een
uivormige spits, maar onveranderlijk ziet men
het vieringtorentje waarvan latere restaurateurs
zich wel afvroegen of het er ooit geweest is.
Onverklaarbaar op de prent zijn een aantal van
inhammen voorziene objecten, waarvan de heer
Van Dijk aanneemt dat het zoutketen waren.
Begin 1400 was het haringkaken uitgevonden
en een stad met haringvangst had behoefte aan
zout, dat in het zoutveen opgegraven werd, te
drogen gezet, met zout water overgoten, waarna
de darinck verbrand werd en men de as van de
turf verzamelde en in schuiten naar de zoutke
ten bracht, waar het ingedampt werd en ten
slotte als zeezout van hoge kwaliteit ter beschikking
kwam.
Later haalde men zout uit Frankrijk en Spanje,
waar het in zoutpannen gewonnen werd, en
sneller en goedkoper procédé, kennelijk de
zeereis waard.
Op de kaart van Anton van Wijngaarden is ook
een overmaatse haring te vinden, die waar
schijnlijk een walvis of potvis moet voorstellen.
Potvissen strandden regelmatig opd e kust voor
Vlissingen; de laatste twee in 1937.
Galgen en galgenveld, waar gehangenen heen
gebracht werden om tot leringe ende vermaeck
tentoongesteld te worden, ontbreken niet, zomin
als de Blauwpoort, zo genoemd omdat die van
blauw hardsteen gebouwd was.
Het Karmelietenklooster vlakbij het Beursge
bouw moest later plaats maken voor het stad
huis dat Vlissingen kreeg als beloning voor de
overgang naar Oranje en dat gebouwd werd
naar het voorbeeld van het Antwerpse stadhuis.
Een latere prent, van Jacob van Deventer, op
last van Philips II vervaardigd en in Spanje
opgeslagen in de archieven, toont het nieuwe
stadhuis, de Gevangentoren, windmolens en de
oudere watermolens met hun Molenwater.
De oudste haven van Vlissingen lag voor de
kust als uitmonding van een kreek die vanuit
Koudekerke liep. Veel grond is voor de kust in
de loop der tijd weggeslagen. In 1498 werd een
echte vissershaven gegraven. Ook werd de stad
gedeeltelijk ommuurd. Vlissingen is naar het
idee van de heer Van Dijk geen geheel ommuurde
stad geweest, ze was deels omgeven door dijken.
In de Spaanse tijd werd een dwangburcht bui
ten de stad gebouwd. De citadel van Alva
binnen een ommuurde vijfhoek is nooit hele
maal klaargekomen en was bedoeld om de
zeeweg naar Antwerpen onder controle en de
roerige Vlissingers in bedwang te houden.
Op latere prenten ziet men dat de citadel in de
stad geïntegreerd is en voorzien van een straten
plan, dat nu nog bijna helemaal terug te vinden
is.
De tijd vlak na 1572 is voor Walcheren een zeer
roerige geweest. Vlissingen koos voor de Prins,
Middelburg voor Spanje. Er kwam weinig op
papier. De prenten van Guicciardini zijn artis
tiek zeer fraai, maar niet erg precies. Op een
daarvan komt een paar in een Zeeuwse dracht
voor, dat niet in de verste verte het beeld dat wij
daarvan kennen, benadert. Fantasién over de
stichter van Vlissingen kwamen o.a. uit op
Ulysses (Odysseus), wiens naam als klankver
want beschouwd werd.
Aardig was op een van de prenten de Schotse
Kerk afgebeeld te zien, de eerste of tweede in
7