soneelsbestand breidde sterk uit en voor de
nieuwe vakmensen bouwde de K.M.S. 84 voor
die tijd heel goede woningen in de Bankert- en
Evertsenstraat, spoedig bekend als de Tachtig
Plagen'. Samen met particuliere bouw gingen
deze de woonwijk vormen in het westen van het
Eiland, van welke wijk de Joost de Moorstraat
de hartader werd.
Een tweede woonwijk ontstond nadat de Gemeente
in 1892 van het Rijk het oostelijke deel van het
Eiland wist te kopen. Uit 1894 wordt de start
van straat- en rioleringsaanleg op het Eiland
gemeld, en de oostelijke wijk werd vervolgens in
snel tempo volgebouwd met vooral particuliere
woningen, maar ook met enkele militaire dienst
woningen aan de Kanaalstraat, de hartader van
deze tweede wijk.
Ik kom nu aan een stukje spraakverwarring. De
naam Tachtig Plagen gold aanvankelijk slechts
voor de oudste 84 woningen in Evertsen- en
Bankertstraat, maar lijkt zich langzamerhand te
hebben uitgebreid over de gehele buurt rondom
het Arsenaal. Van de weeromstuit moet de
naam Eiland zich zijn gaan beperken tot de
havenbuurt op de oostelijke helft van het schier
eiland en dit is thans de enig gebruikelijke aan
duiding ervan. Te verwonderen is dit niet. De
oostelijke wijk werd na de oorlogsverwoesting
herbouwd, zij het veel kleiner, terwijl de weste
lijke na de oorlog geheel in het fabrieksterrein
van de K.M.S. verdween. De Marinesluiskolk
is ondertussen gedempt, de vroeger erg lage
Eiland-dam tekent zich door de Delta-ophoging
ook niet meer af, en komend uit de binnenstad,
krijgje pas een (schier)eilandgewaarwording als
je bij de nieuwe Van Speijkstraat de huidige
etagewoningen bereikt op de smalle terrein-
strook tussen Eiland-dijk en Verbreed Kanaal.
Om misverstand te voorkomen noem ik de hele
verdwenen buurt bij het eveneens verdwenen
Arsenaal de 'Arsenaalbuurt' en de bebouwing
op de oosthelft van de afsnijding van 1873 de
'Sluizenbuurt'. In de bronnen is het niet altijd
duidelijk of men met'Eiland' het gehele schierei
land bedoelt, dan wel uitsluitend het oostelijke
deel. Eind vorige eeuw had de volksmond de
buurten al gedoopt als 'Transvaal' (west) en
'Lombok' (oost), maar de herinnering eraan
schijnt verdwenen te zijn. Wèl kende één van
mijn informanten nog de aanduidingen 'Klein
Eiland' en 'Groot Eiland'.
Dat het vooroorlogse Eiland in ruimere of
engere zinals iets bijzonders werd gewaar
deerd, blijkt o.a. uit het artikel 'Uit de oertijd
van de Onderzeedienst', waaruit ik citeer: 'Een
van de gezelligste en levendigste buurten van
Vlissingen was voor de 2e Wereldoorlog de
havenwijk het 'Eiland'.
Verderop is het: 'de onvergetelijke woonwijk' en
het artikel spreekt uitdrukkelijk over het héle
Eiland. Dit is minder zeker m.b.t. het stukje in
de P.Z.C. van 14 oktober 1952, dat aldus
begint: 'Het Eiland gaat weer bebouwd worden.
Wie oude Vlissingers wel eens heeft horen
spreken over dit deel van hun door de oorlog zo
zwaar geteisterde stad, weet hoe zij zich daar
mede verbonden wisten en hoe zij het niet
terugkeren van de bebouwing daar nog steeds
als een ernstig gemis voelden. Daarin komt nu
verandering'.
De beide buurten hadden naar het gevoelen van
hun bewoners eigenlijk niets gemeen en waren
twee aparte wereldjes met fabrieksarbeiders in
het westen en een uitgesproken havenwijkka
rakter in het oosten. Bovendien was geografisch
de onderlinge afstand later groter dan in het
begin.
Volgens een plattegrond van omstreeks 1910
liep de Joost de Moorstraat toen nog niet dood
op het Verbreed Kanaal, maar ging ze langs de
waterkant naadloos over in de Kanaalstraat.
Hierin moet in 1917 de klad zijn gekomen door
de bouw door de K.M.S. van 4 duikboothel
lingen aan de kanaalkant ten westen van de Piet
Heinstraat. Van toen afliep de onderlinge ver
binding via een omweg langs Arsenaalstraat en
Dijkstraat, terwijl men vanuit de binnenstad
voortaan richting sluizen kon gaan via Grave-
straat en Eiland-dam. Uit de oorspronkelijke
toestand behield het deel van de Dijkstraat ten
westen van de Piet Heinstraat de bijnaam van
'Lange Pad'.
Wèl gemeenschappelijk voor beide buurten was
de openbare lagere Eiland-school, die in 1900
aan de zuidkant van de Joost de Moorstraat
verrees en in 1935 werd opgeheven. De snelle
groei van de Eiland-bevolking blijkt uit het feit
dat er al in 1903 6 lokalen moesten worden
gebouwd. Mijn vader begon hier in 1918 vanuit
Groede zijn langdurige loopbaan bij het Vlis-
singse onderwijs. De school werd ook de 'Wei-
school' genoemd en stond bij de Gemeente
geboekt als school F, na de openbare lagere
scholen A (Coosje Buskenstraat), B (hoek Gra-
vestraat), C (Groenewoud), D (Grote Markt) en
E (Wagenaarstraat), een en ander volgens de
20