HET VLISSINGSE EILAND vestigen. Van hulp bij adressering is dan al lang geen sprake meer. Gevelstenen beslaan een cultuurperiode van enkele eeuwen in een tijd dat het ons land zeer goed ging met de handel en nijverheid. Ze zijn er in grote aantallen en verscheidenheid en getuigen van originaliteit en groot vakmanschap. Ondanks het feit dat veel panden waarin gevel stenen voorkomen hun functie al diverse maken zagen veranderen, zijn deze stenen toch geble ven op de plaatsen waar ze altijd al voorkwamen. Deze details in de bebouwde omgeving zijn onze aandacht zeer zeker waard. De tand des tijds heeft helaas hier vaak zijn werk gedaan. Ook moedwillige beschadiging is sommige stenen niet voorbijgegaan. Laten we echter deze kleine monumenten alle aandacht geven die ze verdienen. In onze omgeving kennen we allemaal wel voorbeelden van fraaie gevelstenen. Bekende voorbeelden in Middelburg zijn o.a. Damplein nr. 9 met de naam 'De Vrijman', de stenen in het pand Dam 71 en de in een vroegere Wete be schreven steen in een huis in Klein Vlaanderen. Overal in M iddelburg zij n ze te vinden, bekende en onbekende. In het Domburgse Schuitvlot b.v. 'De blousel molen' en in het huis Molenwa ter 113 is de steen te bewonderen die hierbij is afgebeeld. Het is de middelste van een drietal gevelstenen. De titel van dit verhaal lijkt vreemd. Ligt Vlis- singen soms op een apart eiland, of ligt er een apart eiland in of bij Vlissingen? Het laatste is het dichtste bij de waarheid: de Vlissingse buurt 'Het Eiland' ligt op een schiereiland dat vorige eeuw als eiland is ontstaan. De zeedijk ervan, de Eiland-dijk, is momenteel in het nieuws: zijn Delta-hoogte blijkt niet veilig genoeg, en het Rijk vertikte het tot voor kort om ook voor een tweede verzwaring in de landelijke portemon nee te tasten; gelukkig is er nu een compromis uit de bus gekomen en wordt de dijk nog dit jaar verbeterd. Overigens lijkt het Eiland een wat vergeten hoek te zijn en ik meen er daarom goed aan te doen, iets te vertellen omtrent zijn ont staan, ontwikkeling en bewoners. Tot mijn verbazing heeft blijkbaar niemand tot nu toe ooit de behoefte gevoeld om speciaal aan dit aparte stuks Vlissingen een publikatie te wijden. Ondanks al mijn zoeken en vragen moet ik dit verhaal dan ook baseren op regeltjes in boeken, stukjes in kranten, oude foto's met onderschriften, herinneringen van informanten, vergelijking van plattegronden uit verschillende jaren, op deduceren en combineren. Namen noemen is namen overslaan, en ik volsta daarom met allen hartelijk te bedanken die op een of andere manier hebben bijgedragen aan de tot standkoming van dit artikel. Wel noem ik hier graag de medewerkers van het Vlissingse gemeente archief; hun voortdurende en bereidwillige mede werking was voor mij echt onmisbaar. Volledigheidshalve noem ik nog een niet geheel betrouwbarebron: mijn eigen jeugd herinneringen uit de eerste 15 levensjaren die ik van 1925 tot 1940 in Vlissingen doorbracht. Kort gezegd: mijn verhaal vergt kritische lezing! Na deze inleiding bekijken we nu eerst het ont staan van het Eiland in 1873 aan de hand van afb. 1, het kaartje uit de atlas van Kuyper van 1866, dus van 7 jaar tevoren, èn afb. 2, de plattegrond van 1939, het laatste jaar van het Eiland-in-volle-fleur, vlak vóór de neergang door de oorlog. Vergelijking van beide afbeel dingen toont de enorme veranderingen die de plattegrond van Vlissingen in 1873 onderging door de aanleg van het Kanaal door Walcheren of liever: het gedeelte Middelburg-Vlissingen daarvanmèt 2 binnenhavens, een dubbele zeesluis en een buitenhaven. Tevens gaf het Verbindingskanaal aansluiting op de bestaande Ooster- of Dokhaven, en doordat deze via een keersluis ook al in zee uitmondde, werd zodoende van Walcheren een stuk grond afgesneden dat de volksmond terecht het Eiland ging noemen. Het grote werk hield ook de verdwijning in van de Vlissingse wallen en grachten ten oosten van het Kanaal, en dit was weer mogelijk doordat in 1867 het Rijk de vesting Vlissingen ophief, wat 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1990 | | pagina 19