VADERTJES en aquarellist Jan Arends, die van 1771 tot 1787 in Middelburg heeft gewoond. Hij tekende veel Walcherse buitenplaatsen en dorpsgezichten, waar later gravures van werden gemaakt. Van deze niet; dus een unicum. U moet zich voor stellen dat U op de Duinpoortweg staat en over de gedempte Spuikom tegen de achterzijde van Boulevard Bankert kijkt. Daar wordt nu hard gewerkt aan de nieuwe toegangsweg naar de oude stad. Links ziet U de spits van de Gevan gentoren en het Gasthuisbolwerk. Daarnaast de kustbatterij op de Platten Dijk, geflankeerd door een klein bastion met een 'Nêê joen, depupe is kapot gesloge 'oor' Dit werd gezegd tegen iemand, die achter het net viste, of ergens te laat voor kwam. Bij het veilen van onroerende goederen werd na het laatste bod een goudse pijp door de omroe per stukgeslagen. Kwam na het stukslaan nog een bod, dan was dit niet geldig. 'Die man voegt net zö min, bie dat volk, as een merbel* onder de knikkers Hiermee wil men zeggen: Dat de aard van die man niet past bij die van de bevolking. Ze zijn totaal verschillend. Een 'merbel'was een glazen knikker, die niet bij de van klei gebakken knikkers hoorde. i.p.v. 'merbel' sprak men ook wel van 'murpel'. 10 palissadenwal. Daarnaast wat scheepsmasten op zee en dan de houtzaagmolen De Noordbeek op de plaats waar nu het Maritiem Instituur De Ruyter (De Zeevaartschool) ligt. Een eindje verderop lag nog een tweede hout zaagmolen, De Eenhoorn. Beide zijn bij het uitbreiden van de vestingwerken door Napo leon, tussen 1810 en 1813, gesloopt. Op de voorgrond liggen vlotten boomstammen te verwateren zoals vroeger bij de Langevielebin- nenbrug in Middelburg, geliefde speelplaats voor waaghalzen. 't Is net zö min te zien, as Schóóneveld vö Wes(t)kapel' Deze uitdrukking werd gebruikt, als iets in twij fel getrokken werd of het werkelijk gebeurd was of bestaan had. Zo werd in de tijd van Jan Vader het bestaan van Schoneveld voor de kust van Walcheren betwijfeld. Toch bevestigen enkele bronnen het bestaan van het eiland Schoneveld (Scoeneveld). Zo moet er, voordat het eiland in 1375 door een overstroming werd weggevaagd, een dorpje met een kerk en een buitenplaats gelegen hebben. Een andere bron vermeldt, dat bij het vissen met de kor, bronzen spelden zijn opgehaald uit de Frankische tijd (plm. 500 - 1000 na Chr.). Het voormalig eiland is nu een zandbank, die de naam 'Schoneveldsbank' draagt. Geraadpleegde bronnen: 'Encyclopedie van Zeeland', Middelburg 1982-1984. M. van Empel en H. Pieters, 'Zeeland door de eeuwen heen', Arnhem/ Vlissingen, 1974 (herdruk).

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1990 | | pagina 12