dit onderwerp, ter voorbereiding op zijn causerie, het volgende:
Het is uiteraard heel goed mogelijk om over het onderwerp 'Walcheren van vóór de
oorlog' allerlei zaken te behandelen die op de dag van vandaag al helemaal anders zijn
dan vroeger. In veel gevallen is daarvan dan ook al veel vergeten.
In de nu voor 21 oktober a.s. aangekondigde verhandeling is het de bedoeling om meer
speciaal aandacht te schenken aan de vooroorlogse toestand van de verkeerswegen en
de daarmee samenhangende verkeersmogelijkheden op Walcheren. Die toestand is in
onze kring wel eens als zeer behoorlijk aangemerkt. Die mening acht ik aanvechtbaar.
Als ik nu stel, dat het vooroorlogse wegennet onder de grens van het redelijke lag, dan
vraagt dit uiteraard om nadere toelichting.
Het bepalen van dat standpunt voert noodwendig naar andere streken en andere tijden,
omdat een waardebepaling altijd vergelijkend is. Bij onderzoek naar wegen en verkeer
van vroeger en van elders, ontmoet men dan inzichten en toestanden die onderling op
onvoorstelbare wijze uit elkaar lopen. Wat daarbij echter overeind blijft, is dat
omstreeks het begin van onze jaartelling door de Romeinen een echt wegennet werd
onderhouden van ongeveer 78.000 km. Waar nodig waren die wegen verhard, welke
verharding soms vergelijkbaar was met een constructie die ongeveer 2000 jaren eerder
reeds op Kreta werd toegepast. Men stuit dan ook op wegennetten uit China, een
Koningsweg in Perzië, enz. enz., dat alles van vóór onze jaartelling.
Indien men deze zaken slechts globaal zou willen bespreken is één avond om zulks te
doen veel te kort en zou ons eigen heem zelfs niet eens aan bod komen. Dat is uiteraard
niet de bedoeling, maar we komen weer op het goede spoor als we, aan de hand van het
voorafgaande, de conclusie trekken dat het Walcherse wegennet van 1940, met
ongeveer 220 km. klinkerweg tegenover ongeveer 270 km. aarden baan toch wel tekort
schoot. En dit temeer als men daarbij in rekening brengt dat onder andere de directe
verbindingen tussen Aagtekerke en Meliskerke, en Serooskerke en Grijpskerke, tijdens
de wintermaanden geheel of gedeeltelijk vrijwel onbegaanbaar waren.
Dit zal te constateren zijn tijdens een diaprojectie die de verhandeling 'begeleidt',
waarbij dan ook nog afleesbaar kan zijn, namelijk van een geprojecteerde kaart, dat er
ongeveer 90 km. grind- en schelpwegen waren en ook nog ongeveer 106 km. voetpad.
Bovendien is het misschien mogelijk dat een vooroorlogse landeigenaar zijn vroegere
kadastrale percelen kan terugvinden, maar dan zal één en ander wel van dichtbij
bestudeerd moeten worden.
Indien gewenst kan dan ook nog 'de Sloedam', 'het Kanaal door Walcheren', en 'de
Stoomtram Walcheren' besproken worden. Hopelijk kan zo elke geografisch
geinterresseerde min of meer tevreden gesteld worden.
Woensdag 25 november 1987.
De heer B.W. Passenier uit Domburg is een vurig bewonderaar van de schilder J.
Toorop, die enige tijd in Domburg gewoond en gewerkt heeft. De heer Passenier wil
ons hierover te vertellen na eerst het milieu en de omstandigheden geschetst te hebben
waardoor het mogelijk was dat beeldende kunstenaars 'zich in Domburg konden
bevinden'. Het verhaal wordt met dia's toegelicht.
Het is, voor zover mij bekend, de eerste keer dat de Heemkundige Kring aandacht
schenkt aan een kunstenaar (schilder) die zijn modellen en onderwerpen vond in ons
Heem. Het lijkt daarom een bijeenkomst te worden die bijzonder waardevol zal zijn.
Woensdag 25 november 1987, te 20.00 uur in Hotel Walcheren te Koudekerke.
28