DIJKJE
deze te testen in het eigen loon(dors)bedrijf. Daarbij kwam dat het Waterschap
Walcheren verzocht een methode te bedenken om de waterlopen, bermen en
wegbeplantingen op Walcheren op machinale wijze te kunnen onderhouden. Dit
verzoek mondde uit in de ontwikkeling van gespecialiseerde machines voor dit soort
onderhoudswerk.
Het leveringsprogramma van het bedrijf omvat o.m. de maaikorf (een machine van
eigen vinding, waarvan reeds vele duizenden hun weg vonden over de gehele wereld),
hydraulische baggermachines, amphibie- en rupstractoren, automatische slijpmachines
en klinkapparaten. Al deze machines werden in het eigen bedrijf ontwikkeld.
Tijdens onze rondleiding door de diverse afdelingen werd uitgebreide uitleg gegeven
over de optische snijmachines, computerbestuurde draai- en freesbanken en
gespecialiseerde lastechnieken.
Het bedrijf, waarin 55 a 60 mensen werken (op L.B.O.- t/m H.B.O.-niveau) levert
ongeveer 25van de productie aan het buitenland.
Voor de wijze waarop we ontvangen werden en rondgeleid, en voor de technische uitleg
die ook voor niet-technisch geïnteresseerden te volgen was, danken we de Directie van
Herder B.V. hierbij nogmaals hartelijk.
Dat we het bezoek aan dit bedrijf als zeer positief ervaren hadden, maakten we ter
plekke reeds kenbaar.
Rien de Ridder.
KEESJE DE VLIEGER
Op de Vlissingse Boulevard werd dit jaar weer een Vliegerfestijn gehouden. Na de
Ruyterfeesten en de Naereboutherdenking nu een Vliegerfestijn. Een eerbetoon aan
drie bekende Vlissingers. Wie was die Keesje de Vlieger?.
Hij heette eigenlijk Kees Buys. Iedereen kende hem. Hij leidde een wat onduidelijk
leven en oude Vlissingers zeiden zelfs dat hij vroeger niet gedeugd had. Dat is misschien
de reden dat u hem in de plaatselijke geschiedenis nooit bent tegengekomen. Zelfs in
het Eeuwboek van de Schelde-loodsen zult u hem tevergeefs zoeken. Maar we hebben
nu een mooie aanleiding hem eens in de lucht te steken.
Ik moet u eerst uitleggen wat een Vlieger is. Een Vlieger is een mannetje,dat in de tijd
dat nog bijna niemand een telefoonaansluiting had, de loodsen thuis ging
waarschuwen dat ze 'op de beurt' waren. Hij verstoorde daarbij menige nachtrust en
kreeg daarvoor behalve verwensingen ook een kleine vergoeding. Dat was zijn
'verdienste'. Ook verzorgde hij, voor een kleine fooi, de koffers van de loodsen die van
boord kwamen. Om zijn functie wat meer waardigheid te geven had hij een loodsenpet
gekregen met daarop in gouden letters VLIEGER geborduurd.
Toen ik kind was, was hij één van mijn vertrouwde herkenningspunten op de
Boulevard. Een oud mannetje met een gelig gegroefd gezicht. De twee verticale bruine
sapstrepen vanuit zijn mondhoeken dankte hij aan zijn eeuwige pruim. In mijn
herinnering droeg hij hoge, zwarte veterschoenen en een vettig, donker pak. En
natuurlijk zijn loodsenpet met vlieger!.
Hij zwierf langs de boulevard tussen de Bomvrije Toren en de Loodsenwacht of zat op
de gele banken. Zijn hele wezen doortrokken van het zeewater en de loodsenwereld.
In de oorlog is hij, als zovele anderen, geëvacueerd en ver van zijn Boulevard
gestorven. Hij rust in zijn houten jekker in de Brabantse grond. De loodsenpet met
VLIEGER hebben wij hier nooit meer terug gezien. En dat is jammer, want die pet
verdient een ereplaats in het Loodsenmuseum.
23