DIJKJE Uitgeverij Michon B.V. biedt het boek 'Zeeuwse Verhalen' - exclusief voor de abonnees van 'De Wete' - aan tegen de verkoopprijs van 21,75. (normaal 29,75) Aktieperiode van 15/07/1987 tot 15/08/1987. Dit boek is te bestellen bij: J. den Hollander Secretaris 'De Wete' Essenlaan 7 4334 BL Middelburg of bij de erkende boekhandel. Aktienummer: 100-006 DE RUÏNE VAN HOOGELANDE In de Kapel van Sint Maarten wordt een zangrecital gegeven. We zitten op de stijve stoelen aandachtig te luisteren totdat de sopraan een hoge triller weg geeft. En dan golft de doordringende geur van vertrapt toeterloof in mijn her innering. De herinnering aan zondag 18 juni 1944. Dat moet ik wel even uitleggen. We waren langs de landweggetjes van de bolwerken van Middelburg naar de ruine van Hoogelande gelopen. Het eiland was op zijn mooist. Toen we door het meer dan manshoge oerwoud van fluitekruid waren gedrongen om bij de muren te komen stonden we plotseling op een meter afstand van twee paar grote gele ogen, die onze bewegingen gespannen volgden. Het waren twee jonge torenvalken, die bijna volgroeid waren. Alleen de staarten waren nog te kort en ze hadden nog een enkel donspluisje op hun strakke verenpak. Na de schrik begonnen ze weer met hun sieperende jengelende gepiep om voedsel. We verborgen ons bij de achtermuur. Al gauw verschenen de ouders, die met hun schelle Kli-Kli-Kli geroep antwoordden, maar niet dichterbij durfden te komen. Het was een pracht zicht. De jongen met hun gele poten en zwarte klauwnagels drongen ter bescherming tegen de verweerde stenen voet van de boog en beten met hun haaksnavel in mijn vinger. Ze gilden nu weer met een schel gefluit naar hun ouders om voedsel en om hulp. De zon scheen en overal om ons heen de doordringende geur van vertrapt toeterloof. Ik weet zeker dat Hoogelande toen het middelpunt van onze wereld was en dat de hele schepping om dit punt cirkelde. De ruïne is later gerestaureerd tot de Kapel van Sint Maarten. Dat is de ellende van dit eiland dat iedere ruïne moet worden gerestaureerd of afgebroken. Op die manier houden we geen ruïne meer over. De sopraan doet haar best, maar kan natuurlijk nooit de herinnering evenaren van het torenhoge gekrijs van de torenvalken. En op de plaats waar we nu zitten was gras. De muurresten waren bekleed met lichtgroen toeterloof en het gewelf was de blauwe strakke lucht met bolle witte Walcherse wolken en daar kan geen architect tegen op. 34

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1987 | | pagina 36