UIT HET KASBOEKJE VAN EEN TIMMERMAN, ANNO 1907 Na het boek 'Een zekel om geite-eten te snieën' gelezen te hebben en de daarin beschreven werk- en leefomstandigheden van de boerenarbeiders op Walcheren, is het wellicht ook interessant eens na te gaan hoe een arbeider/vakman in het begin van 1900 er in de stad voorstond. Aan de hand van een authentiek huishoud-kasboekje, anno 1907, van een timmerman/vakman in vaste dienst zie je het volgende: ontvangen weekloon 10,30 fooi 1,00 Daarvan moest vrouwlief met 9,25 ervoor zorgen dat er iedere dag weer eten en drinken op tafel kwam voor een gezin dat uiteindelijk naast beide ouders uit zeven kinderen bestond. Verder kwam hier ook nog de huishuur bij. Alle andere uitgaven waren voor rekening van de man die dus naast zijn gewone werk allerlei klusjes moest vinden om de gaten te dichten. (Nu zouden we zeggen: wat zwart werk erbij doen) Bij de bijzondere uitgaven vinden we dan: schoenen lappen 1,40 wintervoorraad aardappelen respect, 2,en 1,30 (zullen wel 'drielingen' geweest zijn) spaarfonds kolen 0,25 •ziekenfonds 0,26 en niet te vergeten personele belasting 0,88 De kerstdagen werden in het geheel niet uitbetaald (28 dec. 1907 weekloon 6,93, de kerstdagen waren dus niet op zondag gevallen). Bij het doorbladeren kom je het hele wel en wee van dit gezin tegen. 27/8 keukenkachel 12,40 smid 1,75 zondagsche schoenen 1,40 (gelapt) juffrouw f 5,(verloskundige) baker 5, fles wijn 0,40 ('pleegzuster bloedwijn' voor de kraamvrouw?) daarna op 19/11 begrafeniskosten 6,55 kistje 1,60 briefkaarten 0,12 De pasgeborene heeft dus maar een paar maanden geleefd. Ondanks al die bijzondere uitgaven kon er met Kerst en Nieuwjaar nog wat extra's vanaf Kerstdag uitgaven 0,50 Nieuwjaarsdrank 1,10 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1987 | | pagina 19