DE VROEGERE BEGRAAFPLAATS
TE VROUWENPOLDER
bank naar grootere diepte te zakken. Het lichten van het schip zou dan een uiterst
moeilijk, zoo niet onmogelijk op te lossen vraagstuk kunnen worden.
Het zwaartepunt van het werk ligt dus in de moeilijkheid om een ontzettend gewicht
aan ijzer dit naar onder uitglijden te beletten. Het schip is ongeveer 5 voet in de modder
gezakt, zoodat het een lastige zaak wordt om door zware kettingen onder het schip
door, het wegzakken tegen te gaan. Steun van boven door zware takels en kettingen
aan masten en geschuttoren, werkt te onvoordeelig, en de lezer zal nu wel inzien, dat er
redenen bestaan waarom thans, bijna drie weken na het ongeval, ons ramschip nog op
den bodem van het dok ligt. Omtrent hetgeen zal worden gedaan om zekerheid te heb
ben dat het ramschip rechtstandig zal rijzen, kunnen wij nog geene volledige berichten
geven. Buiten twijfel moet daarvoor nog veel gebeuren; wij zijn echter overtuigd dat
het werk tot een goed einde kan en zal gebracht worden.'
Willemsoord, 26 Aug. 1886.
Reactie van J.C. van Winkelen
Op het interessante artikel over de vroegere begraafplaats te Vrouwenpolder door G.
de Ru, in 'De Wete' van januari 1987 wil ik gaarne het volgende als toelichting en aan
vulling mededelen:
'De onder de nrs 223 en 224 begraven Geallieerde militairen, zijn op 8 november 1944
om het leven gekomen bij de bevrijding van Serooskerke (W) toen hun amphibievoer-
tuig (LVT-4, de zgn Buffalo), onderweg van Domburg naar Veere, bij het Café West
dorp (hoek Noordweg - Gapingseweg), op een onder water liggende zware mijn stootte
en daarbij ontplofte.
Bij dit vreselijk gebeuren kwamen in totaal 20 Geallieerde militairen om, de 5 beman
ningsleden van de Buffalo en 15 Royal Marines Commando, de overige 9 Commando's
liepen verwondingen op.
Na het ongeluk konden helaas niet alle slachtoffers worden geborgen en werden in
eerste instantie als vermist opgetekend. De stoffelijke overschotten van LAW en
ENGLAND werden op 19 november 1944 in de omgeving van de verongelukte Buffalo
gevonden en, wegens gebrek aan begraafruimte te Serooskerke (W), op 20 november
1944 te Vrouwenpolder begraven.
T.a.v. nr 223, vergiste de begrafenisdienaar (grafdelver) zich bij de invulling van het
begrafenisregister (een schoolschrift). Hij schreef de achternaam (LAW) en functie
(coxwain stuurman van een klein landingsvaartuig) aan elkaar. De juiste naam is:
James Ernest LAW, corporaal van 48 Royal Marines Commando, oud 24 jaar, afkom
stig uit Ashwell, Hertfordshire, Gr. Britain.
Van nr 224 kan het volgende worden medegedeeld:
Walter Hugh ENGLAND was een Zuid-Afrikaan, was beroeps-luitenant van het Zuid-
Afrikaanse Tank Corps, afkomstig uit Durban, was enige zoon en 25 jaar oud. Op zijn
eigen verzoek werd hij op 27 december 1943 overgeplaatst naar Engeland waar hij de
5