de tuindeur goed af en verliet het huis langs dezelfde weg als waarlangs hij
gekomen was.
Op het marktplein stapte hij weer in de koets en reed terug naar Domburg.
Twee dagen later had het bericht van het plotselinge overlijden van Huygens
ook het kasteel bereikt. Velen keken met een scheef oog naar Van
Reygersbergh, maar er waren geen bewijzen. Nog vele andere tegenstanders
stierven op dezelfde manier.
De jaren verstreken, en Van Reygersbergh werd oud. Verbitterd en met wrok
jegens iedereen wachtte hij op de dood.
Maar die kwam niet.
Eens riep hij vertwijfeld uit: 'God, heb erbarmen en laat mij sterven. De
wereld wil mij niet meer en ik de wereld niet. Verlos mij, heer!'
Tot zijn grote verbazing antwoordde een stem hem, helder en duidelijk, maar
met de harde klank van een rechter erin: 'Wie spreekt hier van erbarmen? Jij
had ook geen erbarmen met anderen! Waarom zou ik me dan nog om jou
bekommeren? Je bent het niet waard. Leven zul je en de mensheid dienen.
Pas als al je slechte daden door goede vervangen zijn, zul je sterven'.
Krachteloos viel zijn lichaam op de grond. Dood?
Zijn lichaam wel. Het werd in 1716 begraven. Maar zijn geest waart nog rond
in de gangen, zoekend waar hij de helpende hand kan bieden.
En mocht je ooit struikelen op de trap, en als door een wonder niet vallen, dan
weetje dat Johan van Reygersbergh weer een stapje dichter bij zijn verlossing
is gekomen.
Post scriptum
Johan van Reygersbergh, Johan Boreel en Alexander de Munck hebben echt
bestaan. Van Van Reygersbergh werd beweerd dat hij de kunst van het gif-
mengen in Italië geleerd had, en met die mengsels zijn tegenstanders uit de weg
ruimde. Pieter Huygens is verzonnen, Martinus ook.
Bronnen:
De Encyclopedie van Zeeland
Levensberichten van Zeeuwen door F. Nagtglas (deel 2, blz. 486)
Zeeuws Tijdschrift 1955 (vanaf blz. 173)
Leonie Kockx
Prinsenlaan 47
4336 HJ Middelburg
NAWOORD
Hoewel het hier om een verzonnen verhaal gaat en men zich terecht kan
afvragen in hoeverre er hier sprake is van Heemkunde als omschreven in de
statuten van onze kring, is het m.i. een te mooi verhaal om onvermeld, onge
publiceerd te laten.
Bovendien: bij het verhaal hoort een (ander) verhaal en beide zijn van
toepassing op ons heem. En, tenslotte, Westhove is niet zö maar een gebouw.
De grote verdienste van Leonie Kockx is, dat zij naast een goed lopend verhaal
er uitstekend in is geslaagd al relativerend van historische gegevens een
menselijk verhaal te maken. Dat ze daarbij veel fantasie moest gebruiken, was
onontkoombaar, gezien de opdracht.
21