GENT 'Streng en stout, koppig en fier, maar indrukwekkend in zijn sombere groots heid rijst het oude Gent op aan een grillige bocht van de Schelde, die zopas in haar woelige schoot de groene wateren van de Leie opgevangen heeft. Vanuit de hoogte lijkt Gent een stoer rotsblok waarop iedere vijand te pletter loopt: 'een harde, stugge stad, weerbarstig en eigenzinnig', zoals de dichter Achilles Mussche schreef', lezen we in het eerste deel van 'Vlaanderen door de eeuwen heen' (19513). Als we eens kijken naar het Gent van nu, dan zien we een levendige, grote stad: hoofdstad van Oost-Vlaanderen (de Belgische provincie) met in de agglome ratie Gent zo'n 250.000 inwoners (cijfers van de jaren zeventig). Bestuurlijk centrum én universiteitsstad, gelegen in het zgn. 'Bloemenland'. Museumstad ook (er zijn zo'n 10 musea gevestigd). Stad van folklore en festiviteiten: de Gentse Feesten (in juli) zijn bekend. Monumentenstad ook nog, met talrijke prachtige gebouwen uit de middeleeuwen en latere tijd. Altijd is er wel iets te doen in Gent, de stad is regelmatig in het nieuws. Recentelijk nog door de 'Chambres d'amis' (particuliere huizen, -tijdelijk- verfraaid met moderne kunst, die bezocht konden worden). Dit was een initiatief van Jan Hoet, directeur van het Gentse Museum van Hedendaagse Kunst. In 1948 werd onder de titel 'de Gentse collectie' een overzicht van het werk uit Hoet's museum in de Abdij en in de Vleeshal te Middelburg gehouden. Ook op het gebied van oude kunst staat Gent z'n mannetje. In het grote complex van de St. Pietersabdij worden regelmatig tentoonstellingen op het gebied van historie en oude kunst gehouden (zoals b.v. de mooie tentoonstelling 'Santiago de Compostella. 1000 Jaar bedevaart', die eind 1985 te zien was en waar o.m. een zilveren gildebeker uit St. Maartensdijk, thans in het Zeeuws Museum te Middelburg, getoond werd). Wat de historische banden betreft het volgende. Hoewel we in 1387 Middel burgse kooplieden in Gent aantreffen, waar zij 138 lakens hadden verkocht, en hoewel omstreeks 1550 de Middelburgse koopman Eustace Caignairt wijn importeert uit zijn oorspronkelijke vaderland Frankrijk en ook weer in het groot naar o.m. Gent exporteert, moeten we toch concluderen dat Middelburg vooral handel dreef met Brugge en Antwerpen (zoals ik tijdens verschillende bezoeken aan Vlaamse archieven ook heb kunnen vaststellen). Wel is er een andere historische band met onze streken, n.l. immigratie. Door de eeuwen heen, en vooral eind 16e eeuw, was er een continue trek van Zuid naar Noord. In Gent heerste van 1578-1584 een calvinistisch bewind en na de val van de stad - in 1584 namen de troepen van Parma Gent in - vluchtten velen noordwaarts (een jaar later gebeurde hetzelfde na de val van Antwerpen). Men schreef in die dagen dat de stad van haar beste inwoners werd beroofd 'die mettertijdt meest in Holland ende Zeelandt ende elders vertrocken, soo datter nauwelijcks de helft des volcks ingebleven en is'. We vinden deze inwijkelingen terug als schoolmeester, predikant of koopman óf zelfs als eerste edelman in de Staten van Zeeland (mr. Pieter de Rijcke uit Gent, in 1586). Tot slot tippen we nog enkele zaken uit de rijke Gentse historie aan. De Keltische naam Ganda betekent monding. Deze naam werd oorspronkelijk gegeven aan de plaats op de linkeroever van het riviertje de Leie, daar waar de Leie samenvloeit met de Schelde. Op die plaats stichtte de H. Amandus om streeks het jaar 630 de St. Baafsabdij. In de 9de eeuw ontstond er wellicht een 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1987 | | pagina 18